Dit artikel doet verslag van een onderzoek naar de mate waarin accountants hun mening bijstellen afhankelijk van het elektronische medium waarmee een financieel directeur (CFO) financiële informatie verstrekt. De auteur kijkt naar twee media-eigenschappen: (1) de mate waarin de boodschap kan worden teruggezien door de ontvanger (accountant) en (2) de mate waarin de financieel directeur lichaamstaal en andere niet inhoudelijke factoren toevoegt aan zijn bericht. De auteur heeft de financieel directeur in haar onderzoek zwak dan wel sterk overtuigende argumenten laten gebruiken om de accountant te overtuigen van ‘zijn’ gelijk in een voorraadwaarderingsprobleem.