De kredietcrisis, een voor dat doel ideale omstandigheid, heeft niét aangetoond dat de internal auditfunctie al een positie als onafhankelijk en kritisch toetsorgaan heeft verworven. Het heeft er zelfs alle schijn van dat de internal auditfunctie de haar toegedichte rol (‘het verstrekken van aanvullende zekerheid over de kwaliteit van corporate governance en internal control’1) niet altijd heeft kunnen waarmaken. Een dergelijke rol veronderstelt dat men in hoge mate moet kunnen aantonen dat structuren, producten, risico’s, thema’s (bijvoorbeeld integriteit) en omstandigheden wel of niet in overeenstemming zijn met de doelstellingen en de context van de organisatie.