
Het gaat te ver om de kunstmatige devaluatie van de Chinese centrale bank dramatisch te noemen, want de yuan is sindsdien met slechts circa 4 procent gedaald. Dat stelt Valentijn van Nieuwenhuijzen, Hoofd Multi-Asset bij NN Investment Partners.
Er is veel gesproken over de mogelijke reden van de Chinese valutastap. Een veelgehoorde theorie is dat deze was bedoeld om de groei en de exportsector te stimuleren. Een nominale daling van de yuan van 4 procent heeft in termen van reële effectieve wisselkoers echter weinig effect, constateert Van Nieuwenhuijzen. “Volgens de Bank voor Internationale Betalingen is de yuan ongeveer 32 procent overgewaardeerd ten opzichte van haar handelspartners en de duurste munt onder de 60 landen – als we Venezuela niet meerekenen.”
Concurrentievermogen export nauwelijks verbeterd
Ter vergelijking wijst hij naar India en Indonesië. “Deze zijn ongeveer 10 procent ondergewaardeerd. De zeer bescheiden devaluatie van de yuan kon het concurrentievermogen van de exportsector nauwelijks verbeteren. Bovendien heeft de centrale bank ingegrepen om te voorkomen dat de yuan overdreven zou depreciëren. Dat is een duidelijk signaal dat een valutaoorlog niet de bedoeling is. Sinds de valutastap is de spotkoers van de yuan vrij stabiel gebleven, rond 6,40 versus de Amerikaanse dollar.
De Chinese autoriteiten hebben volgens Van Nieuwenhuijzen een duidelijk belang bij een gematigd tempo van depreciatie. “Chinese bedrijven hebben een aanzienlijke schuld in harde valuta, dus een snelle depreciatie zou fataal zijn voor de bedrijfsbalansen. Als de devaluatie in een gematigd tempo plaatsvindt, geeft dit het bedrijfsleven meer tijd om zich aan te passen.”
Doel is ontkoppeling
Volgens Van Nieuwenhuijzen is het uiteindelijke doel van het besluit van China om de yuan te devalueren een ontkoppeling van de Amerikaanse en Chinese monetaire omstandigheden. “De wisselkoers is altijd al een favoriet instrument van China geweest om beleidsdoelen te bereiken. Vóór 2008 was het doel om de stijging van de yuan te beperken. Dat leidde tot een substantiële opbouw van valutareserves.”
In zekere zin heeft de Amerikaanse economie een aanzienlijk deel geabsorbeerd van de daarmee gepaard gaande Chinese spaaroverschotten, stelt van Nieuwenhuijzen. “Dat heeft bijgedragen aan de Amerikaanse huizenzeepbel. Na 2008 kreeg China zelf te maken met een enorme krediet- en beleggingszeepbel. Zolang de economie sterk verbeterde, waren een sterke groei en een stijgende munt verenigbare beleidsdoelstellingen. Deze laatste verkleinde immers het risico van oververhitting.
Beleggingsgroei vertragen
Uiteindelijk werd de hausse onhoudbaar. Van Nieuwenhuijzen: “Sinds ongeveer twee jaar zijn de Chinese beleidsmakers zich ervan bewust dat de overmatige kredietgedreven beleggingsgroei moet vertragen.” In de afgelopen twee jaar kwam er naast een sterke groei en een sterke munt dan ook een derde doelstelling bij. Van Nieuwenhuijzen: “Die we kunnen vangen onder de noemers beheerde schuldenafbouw en liberalisering van de financiële sector. Bovendien zijn de fundamentals van de economie veranderd. Daardoor worden deze doelen uiteindelijk onverenigbaar.”
Het behoud van redelijke groeicijfers bij schuldenafbouw vereist in de regel volgens Van Nieuwenhuijzen een zwakkere wisselkoers en dus soepelere binnenlandse liquiditeitseisen. “In aanloop naar het begin van de verkrappingscyclus van de Fed is het monetaire klimaat in de VS bovendien sterk verkrapt, vooral door een sterkere dollar. Daardoor is ook de yuan sterk in waarde gestegen. Sinds mei vorig jaar is er in China voortdurend sprake van kapitaaluitstroom. Daardoor moest de centrale bank in actie komen om een stabiele wisselkoers tussen de dollar en de yuan te behouden. Hoewel er nog een sterke oorlogskas is – in de vorm van valutareserves – om de munt te stabiliseren, zijn de mogelijkheden niet oneindig.”
Positieve ontwikkeling
Op de middellange tot langere termijn is de Chinese valutastap een positieve ontwikkeling, vindt Van Nieuwenhuijzen. “Deze vermindert de inconsistenties in de eerder genoemde doelstellingen. De gevolgen voor de korte termijn zijn echter onzekerder. Het belangrijkste risico voor de korte termijn schuilt duidelijk in opkomende markten en misschien niet eens zozeer in China, omdat het land drie verdedigingslinies heeft. Daardoor kan China het proces in elk geval op de korte termijn beheren met een overschot op de lopende rekening, een oorlogskas gevuld met reserves en kapitaalcontroles.”
Voor de overige opkomende markten is de cruciale vraag in welke mate de besmetting op valutavlak aanhoudt. Van Nieuwenhuijzen: “Als valuta’s blijven dalen, kunnen de conjuncturele vooruitzichten in deze landen verslechteren, want beleidsmakers moeten uiteindelijk verkrappen om de situatie te stabiliseren.”
Fed gaat rente verhogen
In ontwikkelde markten vergroot het deflatoire effect van de valutadalingen in China en de opkomende markten en de dalende grondstoffenprijzen de kans op een vertraging van de monetaire verkrapping van de Fed. Van Nieuwenhuijzen: “Volgens de FedWatch van CME Group is de kans op een renteverhoging in september gedaald tot 21 procent en de kans op een verhoging in december toegenomen tot 48 procent. Als de wereldwijde risicobereidheid in de komende weken weer opveert, gaan we ervan uit dat de Fed de rente in de periode september tot en met december gaat verhogen. Alleen zeer grote bewegingen in de olieprijs, de dollar of de wereldwijde risicobereidheid kunnen de Fed daarvan weerhouden.”