
De Europese Centrale Bank (ECB) is somberder geworden over de groei- en inflatievooruitzichten voor de komende jaren. Dat zei ECB-president Mario Draghi in een toelichting op het rentebesluit dat donderdag naar buiten werd gebracht.
De onrust in verscheidene opkomende markten drukt het economisch herstel. De ECB biedt tegengewicht door met een opkoopprogramma voor schuldpapier de binnenlandse vraag te stimuleren. De mogelijkheden die de centrale bank binnen dat programma heeft worden opgerekt, overigens zonder dat er iets verandert aan de omvang, zei Draghi.
Licht verlaging
De ECB ziet voor de jaren 2015 tot en met 2017 een economische groei van achtereenvolgens 1,4 procent, 1,7 procent en 1,8 procent. Dat betekent voor alle drie die jaren een lichte verlaging. De inflatie blijft dit jaar met 0,1 procent nog zeer laag. Daarna trekt de prijsontwikkeling aan naar 1,1 procent volgend jaar en 1,7 procent in 2017. De ECB mikt op een inflatie net onder de 2 procent.
Rentetarieven ongewijzigd
De belangrijkste rentetarieven in de eurozone blijven zoals verwacht ongewijzigd. De herfinancieringsrente, waartegen banken geld kunnen opnemen bij de ECB, staat al een jaar op het historisch lage niveau van 0,05 procent. Om overschotten onder te brengen bij de centrale bank moet een vergoeding van 0,2 procent worden betaald.
Winsten liepen op
De winsten op de Europese beurzen liepen donderdag in de middaghandel stevig op. Beleggers reageerden enthousiast op de toelichting van ECB-president Mario Draghi op het rentebesluit van de Europese Centrale Bank.
Rond 15.00 uur stond de AEX-index in Amsterdam 2,4 procent in de plus op 443,93 punten. De MidKap steeg 1,8 procent naar 664,34 punten. De beurzen in Londen, Frankfurt en Parijs wonnen 1,6 tot 2,4 procent.
Opkoopprogramma verruimd
Draghi liet weten dat de ECB de mogelijkheden binnen zijn opkoopprogramma voor schuldpapier heeft verruimd. Daarmee hoopt de bank de binnenlandse vraag in de eurolanden aan te jagen. Volgens de ECB wordt de economische groei in de eurolanden harder geraakt door de afzwakkende groei in opkomende landen dan eerder werd gedacht, terwijl de inflatie bijzonder laag blijft.