
De teneur van politieke debatten over de financiële crisis is dat onethisch gedrag behoort tot de bedrijfscultuur in de financiële sector en dat een cultuuromslag nodig is om een nieuwe crisis te voorkomen. Econoom dr. André van Hoorn van de Rijksuniversiteit Groningen ontdekte echter dat de normen en waarden van financieel experts helemaal niet anders zijn dan die van het algemene publiek. Bovendien blijken personen die meer egoïstisch dan altruïstisch zijn, zeker niet succesvoller te zijn in de sector. De politiek dient daarom volgens Van Hoorn zelf de oplossing ter hand te nemen, via regelgeving.
Het onderzoek van Van Hoorn is het enige systematische, wereldwijde wetenschappelijke onderzoek op het gebied van bedrijfscultuur in de financiële sector. De resultaten zijn gepubliceerd in twee artikelen in het Journal of Business Ethics (augustus en november 2015).
Ongestraft wegkomen
‘Het onethisch handelen zit hem niet in de bedrijfscultuur in de financiële sector,’ concludeert Van Hoorn. ‘Fraude en onethisch gedrag komen immers in alle sectoren voor, denk maar aan de bouwfraude, plagiaat in de wetenschap, of medici die sjoemelen met declaraties. Perverse prikkels kunnen nu eenmaal effect hebben op mensen, en niet alleen bij effectenhandelaars of fondsbeheerders. Bij werknemers in álle sectoren is de kans aanwezig dat ze kiezen voor enorme geldbedragen als ze er ongestraft mee kunnen wegkomen.’
Lekker makkelijk
Aandringen op een cultuuromslag in de financiële sector heeft daarom geen zin, stelt Van Hoorn. ‘Een bank die haar medewerkers op cursus ethiek te stuurt, doet slechts aan window dressing. Regelgeving is nog de enige optie om een nieuwe crisis te voorkomen, en dat moet de politiek doen. Het aandringen op een cultuuromslag is natuurlijk ook lekker makkelijk: politici doen de sector af als slecht, waardoor henzelf geen blaam treft en ze zelf geen oplossing hoeven te zoeken. We moeten juist via regels en wetten van de overheid gaan zorgen dat perverse prikkels worden weggenomen en banken bijvoorbeeld niet kunnen speculeren op het mislukken van financiële producten die ze zelf verkopen.’
Egoïsme versus altruïsme
Om te onderzoeken of onethisch gedrag ingebakken zit in de bedrijfscultuur van de financiële sector, maakte Van Hoorn gebruik van een nieuwe indirecte methode, om te voorkomen dat financiële professionals zich doelbewust beter voordeden. Hij bekeek de persoonlijke eigenschappen die nodig zijn om een succesvolle carrière te hebben in een bepaalde organisatie of industrie. ‘Concreet heb ik gekeken naar egocentrische waarden versus altruïstische waarden, dus naar waarden die draaien om persoonlijk voordeel versus persoonlijke waarden die gaan om zorg voor anderen. Je zou wellicht verwachten dat meer egocentrisme en minder altruïsme belangrijker zijn voor een succesvolle carrière in de financiële sector dan voor een succesvolle carrière in andere sectoren.’
Van Hoorn ontdekte echter geen verschillen tussen sectoren, en stelde juist het tegenovergestelde vast. ‘Sterke egocentrische waarden en zwakke altruïstische waarden lijken in de financiële sector juist samen te gaan met een minder succesvolle carrière. Alles bij elkaar lijkt de cultuur in de financiële sector dus helemaal niet goed te passen bij professionals die streven naar persoonlijk gewin ten koste van het welzijn van anderen.’