
Vandaag heeft LCP de 2015-editie van het rapport ‘Werk in uitvoering bij pensioenfondsen’ gepubliceerd, het jaarlijkse onderzoek naar de uitvoeringskosten van pensioenfondsen. Het onderzoek betreft 241 pensioenfondsen en daarmee 99% van de pensioenfondsenmarkt.
De belangrijkste bevindingen
- circa 95% van de pensioenfondsen rapporteerden hun pensioenbeheerkosten, als bedrag per deelnemer, en hun vermogensbeheerkosten, als percentage van het belegde vermogen. Ongeveer 77% van de fondsen gaf ook inzicht in de transactiekosten. Aandachtspunt blijft dat diverse pensioenfondsen de kostenratio’s nog steeds op een andere manier vaststellen dan aanbevolen wordt door de Pensioenfederatie;
- de pensioenbeheerkosten in 2014 bedroegen in totaal € 1,0 miljard. Conform vorig jaar waren de 3-jaarsgemiddelde kosten gelijk aan € 120 per deelnemer. In 2014 waren de gemiddelde kosten met € 122 per deelnemer wat hoger dan het 3-jarig gemiddelde;
- de totale vermogensbeheerkosten 2014 bedroegen 0,52% van het beheerde vermogen, terwijl de transactiekosten gelijk waren aan 0,08%. Ondanks de daling ten opzichte van 2013 van in totaal 3 basispunten stegen de totale kosten gemoeid met vermogensbeheer van € 5,7 miljard in 2013 naar € 6,3 miljard in 2014. Dit wordt veroorzaakt door de stijging van het beheerde vermogen;
- het gemiddelde beleggingsrendement in 2014 bedroeg 18,0%. Uit veel jaarverslagen bleek niet duidelijk welk deel van dit rendement veroorzaakt werd door de afdekking van het renterisico en welk deel resulteerde uit de gekozen beleggingsmix;
- de mate waarin pensioenfondsen verantwoording afleggen over de gemaakte kosten, waarbij het bestuur ook een oordeel geeft over het kostenniveau, behoeft verbetering. In deze nieuwe kwalitatieve analyse scoren de pensioenfondsen in 2014 40% van de maximale score. De kostenverantwoording van grotere pensioenfondsen is gemiddeld beter dan die van de kleinere fondsen.
Jeroen Koopmans, partner bij LCP en auteur van het rapport, zei hierover: ‘Kostenverantwoording betekent dat uitgelegd wordt hoeveel en met welk doel door het pensioenfonds kosten zijn gemaakt en wat het resultaat daarvan is geweest. Het is belangrijk voor de besturen om te laten zien dat ze kostenbewust omgaan met de middelen van het fonds. Het gebruik van algemene externe benchmarks kan dat mede faciliteren.’ In het rapport wordt een viertal pensioenfondsen genoemd die volgens LCP als voorbeeld kunnen dienen van goede kostenverantwoording.
Beleggingsprestaties niet altijd goed te beoordelen
Met betrekking tot vermogensbeheer is het niet altijd duidelijk welke rendementen gepubliceerd worden, waardoor de beleggingsprestaties van de fondsen niet goed zijn te beoordelen. Evert van Ling, mede-auteur van het rapport, constateert: ‘Uit de nu beschikbare data is nog steeds geen relatie tussen beleggingsrendement en verschuldigde vermogensbeheerkosten waarneembaar. Wel hebben we gezien dat een aantal fondsen na onderhandelingen de vermogensbeheerkosten heeft weten te verlagen, en we verwachten dat dit door meer fondsen zal worden opgepakt’.
Aanbevelingen
Het rapport bevat diverse aanbevelingen om de transparantie en vergelijkbaarheid te verbeteren, waaronder:
- publiceer jaarverslag op publiek deel van website;
- betrek alle pensioenbeheerkosten bij vaststellen kostenratio;
- uniformeer inzicht in beleggingsrendementen;
- geef oordeel over kosten in bestuursverslag.