
Geen deelnemingsvrijstelling meer bij mismatches
Belastingplicht voor buitenlandse moeders
Als een in Nederland gevestigde vennootschap een buitenlandse moeder heeft, dan is het volgende van belang. Vanaf 1 januari 2016 wordt getoetst of het belang in de Nederlandse vennootschap door de buitenlandse moeder wordt gehouden met als hoofddoel – of één van de hoofddoelen – Nederlandse inkomsten- of dividendbelastingheffing te ontgaan. Indien bovendien geen sprake is van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen, dan wordt – afgezien van verdragstoepassing – de buitenlandse moeder belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting voor de dividenden en vervreemdingsvoordelen op de aandelen in de Nederlandse vennootschap.
Is uw aandeelhouder in het buitenland gevestigd? Beoordeel dan tijdig of sprake is van voldoende ‘substance’ bij de aandeelhouder. Indien dit niet het geval is, dan moet de buitenlandse aandeelhouder rekening houden met Nederlandse belastingplicht voor dividenden en vervreemdingsvoordelen.
Aangaan fiscale eenheid
Het aangaan van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (VPB) tussen meerdere vennootschappen heeft bepaalde voordelen, zoals:
- het doen van één aangifte voor de VPB
- het neutraliseren van onderlinge handelstransacties
- het fiscaal geruisloos doorvoeren van een herstructurering
- directe verrekening van onderlinge winsten en verliezen van gevoegde vennootschappen.
Een fiscale eenheid kan worden aangegaan tussen Nederlandse vennootschappen binnen een groep. Zijn er binnen de groep meerdere Nederlandse vennootschappen die verbonden zijn via een buitenlandse vennootschap dan kan het interessant zijn te onderzoeken of het aangaan van een fiscale eenheid tot de mogelijkheden behoort. Fiscale eenheden die per 1 januari 2016 moeten ingaan, moeten worden aangevraagd vóór 1 april 2016.
Inventariseer of het gewenst is om per 1 januari 2016 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting te vormen. Het verzoek moet uiterlijk vóór 1 april 2016 worden ingediend.
Verbreken fiscale eenheid
In bepaalde gevallen kan het voordelig zijn een fiscale eenheid tussen meerdere winstgevende vennootschappen te beëindigen. Op die manier kunnen de vennootschappen afzonderlijk gebruikmaken van de lagere MKB-tariefschijf in de vennootschapsbelasting (VPB). De tarieven voor 2016 zijn: 20% voor de winst tot en met € 200.000 en 25% voor de winst boven € 200.000). Ook kan het verbreken van een fiscale eenheid leiden tot de toepassing of verhoging van de investeringsaftrek. Ontvoeging van een vennootschap per 2016 kan tevens handig zijn als u verwacht die vennootschap in de loop van 2016 te verkopen. Let op: u moet wel nagaan of door het verbreken van de fiscale eenheid geen fiscale sanctiebepalingen in werking treden.
Als de fiscale eenheid in de loop van 2015 is aangegaan, kan het (afhankelijk van de behaalde resultaten) voordelig zijn om de fiscale eenheid nog in 2015 weer te verbreken. De fiscale eenheid wordt dan namelijk geacht niet te hebben bestaan.
Inventariseer of het gewenst is om geen onderdeel meer te zijn van een fiscale eenheid voor de VPB. Het verzoek tot ontvoeging moet uiterlijk 31 december 2015 zijn ingediend.
Voorkom verliesverdamping
Een verlies behaald in 2015 is in beginsel alleen verrekenbaar met een winst behaald in 2014 (carry-back) en de winsten behaald in de jaren 2016 tot en met 2024 (carry-forward). Daarna gaan de verliezen verloren. Verliezen uit 2006 zullen per 31 december 2015 verdampen.
Om verliesverdamping te voorkomen is het raadzaam te onderzoeken of het resultaat kan worden verhoogd door bijvoorbeeld kosten en lasten uit te stellen, voorzieningen te laten vrijvallen of stille reserves besloten in uw bedrijfsmiddelen en/of activiteiten te realiseren.
Vraag functionele valuta aan
De aangifte vennootschapsbelasting (VPB) wordt normaal gesproken gedaan in euro’s. Als de vennootschap haar jaarrekening opmaakt in een andere functionele valuta, is het in principe mogelijk om ook in die valuta aangifte te doen. Het voordeel hiervan is dat valutaresultaten niet meer van invloed zijn op de in Nederland verschuldigde VPB.
Om met ingang van 2016 gebruik te maken van de regeling voor functionele valuta moet u vóór 1 januari 2016 een verzoek indienen bij de Belastingdienst. Een keuze voor de regeling voor functionele valuta geldt in beginsel voor een periode van tien jaar.
Beoordeel of het gebruik maken van een functionele valuta voor u voordelen biedt.
Voorkom belastingrente
Het percentage belastingrente voor VPB-aanslagen is per 1 april 2014 drastisch verhoogd, namelijk van 3 naar 8,25%. Per 1 maart 2015 is dit percentage gezakt naar 8,05%. Voor de aanslagen van 2015 begint, bij een boekjaar dat gelijk is aan het kalenderjaar, de termijn waarover de fiscus belastingrente in rekening brengt vanaf 1 juli 2016 te lopen.
Om te voorkomen dat u belastingrente op een voorlopige of een gewone aanslag moet betalen, kunt u vóór 1 mei 2016 om een voorlopige aanslag verzoeken of vóór 1 april 2016 uw belastingaangifte indienen. Is het boekjaar niet gelijk aan het kalenderjaar dan gelden andere data.
Opstellen transfer pricing documentatie
Is uw onderneming in meerdere landen actief? Dan krijgt u te maken met transfer pricing regels. Op grond van deze regels moeten gelieerde partijen onderling dezelfde verrekenprijzen hanteren als twee onafhankelijke partijen zouden hanteren. Uw administratie dient gegevens te bevatten waaruit blijkt op welke wijze de verrekenprijzen tot stand zijn gekomen. Daarnaast moet uit de gegevens opgemaakt kunnen worden dat dezelfde prijzen worden gehanteerd als onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen.
Als een Nederlandse vennootschap onderdeel is van een (buitenlandse) groepsstructuur en de geconsolideerde omzet van de groep in 2015 meer bedraagt dan € 50 miljoen euro, gaan vanaf 1 januari 2016 additionele administratieve voorwaarden gelden. In een dergelijk geval moet de vennootschap een groepsdossier en een lokaal dossier op nemen in haar administratie. In het groepsdossier wordt het gehele transfer pricingbeleid binnen de groep gedocumenteerd inclusief alle intra groepstransacties. In het lokale dossier worden enkel de intra groepstransacties van de Nederlandse vennootschap gedocumenteerd.
Multinationale groepen met een in Nederland gevestigde moedermaatschappij en met een geconsolideerde omzet in 2015 van ten minste € 750 miljoen worden vanaf 1 januari 2016 verplicht jaarlijks een landenrapport te verstrekken. Dit landenrapport bevat per land een aantal voorgeschreven indicatoren zoals omzet, winst, betaalde belasting en werknemers. In enkele gevallen kunnen ook Nederlandse groepsmaatschappijen van multinationale groepen waarvan de uiteindelijke moedermaatschappij niet in Nederland is gevestigd, verplicht zijn het landenrapport aan te leveren.
Het niet-nakomen van de voorgestelde additionele documentatieverplichtingen kan leiden tot bestuurlijke of strafrechtelijke sancties en/of omkering van de bewijslast.
Breng tijdig uw documentatieverplichting in kaart en in lijn met de nieuwe vereisten die gelden vanaf het belastingjaar 2016.
Renteaftrek bij financiering deelneming of overname?
Financiering deelneming
Renten en kosten van geldleningen die geacht worden verband te houden met de financiering van een deelneming zijn niet aftrekbaar indien en voor zover deze bovenmatig zijn. De aftrekbeperking voor deelnemingsrente geldt bovendien pas als en voor zover u jaarlijks meer dan € 750.000 aan bovenmatige deelnemingsrente betaalt. De rekenregel op basis waarvan de aftrekbeperking wordt berekend, houdt rekening met het gemiddelde eigen vermogen. Hoe hoger het eigen vermogen hoe lager in principe de renteaftrekbeperking is.
De aftrekbeperking van deelnemingsrente kan worden voorkomen of beperkt door tijdig het eigen vermogen op peil te brengen.
Renteaftrek bij overname
Wordt een overname gefinancierd met vreemd vermogen? Dan kan de rente in aftrek worden beperkt. De aftrekbeperking voor overnameholdings kent een franchise van € 1.000.000 aan rente waarbinnen de overnamerente aftrekbaar is. Als de overnamerente meer bedraagt, is het van belang dat u binnen de bandbreedte van de toegestane financiering blijft om buiten de toepassing van de renteaftrekbeperking voor overnameholdings te blijven. De toegestane financiering bedraagt in het eerste jaar 60% van de verkrijgingsprijs, 55% in het tweede jaar, enz. 25% van de verkrijgingsprijs is altijd toegestaan.
Indien u overweegt om een overname te plegen of is het overnametraject al in gang gezet dan kunt u met een juiste structurering en een adequate financieringsverhouding mogelijk voorkomen dat rente onnodig onder de aftrekbeperking valt. Extra aflossing van de overnameschuld voor het einde van het jaar kan wenselijk zijn om een beperking van de renteaftrek te voorkomen.