
In 2015 zijn meer landen minder corrupt geworden, blijkt uit de 2015 editie van de Transparency International Corruption Perceptions Index. Twee derde van de 168 landen op de 2015 index scoorden onder de 50, op een schaal van 0 (waargenomen als zeer corrupt) tot 100 (vernomen als zeer schoon/zuiver). Meer dan 6 miljard mensen leven in een land met een ernstig corruptieprobleem. Nederland staat in de index op de vijfde plaats.
De index omvat de perceptie van corruptie in de publieke sector in 168 landen. Denemarken nam de eerste plaats in voor het tweede jaar op rij. Noord-Korea en Somalië waren de slechtst presterende landen met ieder slechts 8 punten. De Corruption Perceptions Index is gebaseerd op adviezen van deskundigen van corruptie in de publieke sector. Scores van landen kunnen worden verbeterd door de openbaarheid van bestuur, waar het publiek de leiders ter verantwoording kunnen roepen, terwijl een slechte score een teken is van voorkomende omkoping, het ontbreken van bestraffing voor corruptie en openbare instellingen die niet reageren op de wensen van de burgers.
Kenmerken best presenterende landen
De best presterende landen delen belangrijke kenmerken: een hoge mate van persvrijheid; toegang tot informatie over de begroting, zodat het publiek weet waar het geld vandaan komt en hoe het wordt besteed; een hoge mate van integriteit onder de mensen aan de macht; een onafhankelijke rechterlijke macht die geen onderscheid maakt tussen rijk en arm. Naast conflict en oorlog, karakteriseren ook slecht bestuur, zwakke publieke instellingen zoals politie en justitie en een gebrek aan onafhankelijkheid in de media, de laagst gerangschikte landen.
Grootste daler
Brazilië was de grootste daler in de index, kelderend met 5 punten en 7 posities naar een ranking van 76. Het ontrolde Petrobras-schandaal, waar veel hoge ambtenaren en politici bij betrokken waren, zorgde ervoor dat mensen de straat op gingen. Het begin van de gerechtelijke procedure kan Brazilië helpen om corruptie te stoppen.
De grote dalers in de afgelopen vier jaar zijn onder meer Libië, Australië, Brazilië, Spanje en Turkije. Tot de grote verbeteraars behoren Griekenland, Senegal en het Verenigd Koninkrijk.
Nederland
Nederland staat in 2015 op plaats 5, drie plaatsen hoger dan vorig jaar. Omdat de plaatsing op de lijst relatief is, is vooral het aantal punten van belang. Nederland scoorde dit jaar 87 punten, in 2014 waren dat nog 83 punten. De CPI gaat over corruptie binnen de publieke sector. Corruptie-incidenten binnen de private sector hebben over het algemeen geen invloed op de score van een land (tenzij bijvoorbeeld de publieke sector een rol speelde in de corruptie of gedegen onderzoek in niet-ambtelijke omkoping werd nagelaten). Ten tweede meet de CPI het waargenomen niveau van corruptie. Dus een verandering in score weerspiegelt een verandering in de perceptie van de mensen uit het bedrijfsleven en nationale deskundigen wiens beschouwingen onderdeel uitmaken van de Index. We weten dat deze waarnemingen een goede maatstaf zijn voor de werkelijke mate van corruptie, maar veranderingen in de perceptie kunnen bijvoorbeeld ook worden veroorzaakt door veranderingen in de beschikbare informatie over de corruptie in ons land.
De score van de CPI 2015 is opgebouwd uit twaalf verschillende bronnen. Alle bronnen beoordelen de perceptie van corruptie in de publieke sector, maar ze hebben betrekking op verschillende aspecten van het probleem (en zijn afkomstig van verschillende perspectieven en mensen, zoals het bedrijfsleven versus academische deskundigen), die zouden kunnen leiden tot een iets andere beoordeling. Echter, juist het feit dat de CPI-score is gebaseerd op meerdere bronnen, die verschillende aspecten van corruptie dekken, geeft kracht aan de index. Het dient als een rijke en betrouwbare bron bij het begrijpen van relatieve corruptieniveaus rond de wereld.
De grootste verandering in de CPI 2015 van Nederland is afkomstig door een verandering in score van de Sustainable Governance Index SGI score van de Bertelsmann Foundation. Hierin wordt de kwaliteit van de democratie beoordeeld. Toch is ook deze bron kritisch ten opzichte van het Nederlandse anti-corruptie beleid: ‘The Netherlands is considered a corruption-free country. This may well explain why its anti-corruption policy is relatively underdeveloped. The Dutch prefer to talk about improving “integrity” and “transparency” rather than openly talking of fighting or preventing corruption, which appears to be a taboo issue.’
‘Het is belangrijk te constateren dat Nederland goed scoort, maar er nog veel verbeteringen mogelijk zijn. Er zijn veel goede ontwikkelingen ingezet (Wet financiering politieke partijen, Wetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders, meer en beter handhaven door de FIOD), maar deze moeten wel daadwerkelijk doorgevoerd en geïmplementeerd worden. Het zou zomaar kunnen dat met meer handhaving, betere bescherming van melders en daadwerkelijke controle op de wet financiering politieke partijen, Nederland drie plaatsen zakt op de CPI in 2016’, aldus Transparency International.