
Managers die denken dat hun bedrijven in sterk concurrerende markten actief zijn, zijn eerder geneigd om onethische beslissingen die het bedrijf winst opleveren, af te doen als ‘acceptabele bedrijfspraktijken’. Dit blijkt uit onderzoek van Niek Hoogervorst van de Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) en Pieter Desmet van Erasmus of School of Law.
Blinde vlek voor onethisch gedrag
Volgens de onderzoekers wijzen hun bevindingen erop dat managers in sectoren waar traditioneel veel concurrentie is, zoals de financiële sector, de media of de auto-industrie, waarschijnlijk het meest geneigd zijn onbewust een blinde vlek te ontwikkelen voor onethisch gedrag en dit ook goed te keuren als dat winst voor het bedrijf oplevert.
In een sterk concurrerende marktomgeving wordt volgens de onderzoekers eerder een ‘beslissingskader’ geactiveerd dat gericht is op praktische zakelijke beslissingen, dan één waarin mensen beslissingen nemen op basis van morele waarden. Mensen kunnen altijd beide beslissingskaders gebruiken, zegt Hoogervorst, maar de marktomgeving van het bedrijf bepaalt welk kader wordt geactiveerd.
Taal is belangrijk
Taal is mogelijk belangrijk hierbij, zeggen de onderzoekers. Het gebruik van uitdrukkingen als ’targets’, ‘moordende concurrentie’ en ‘bezuinigingen’ geven managers aanwijzingen over de zakelijke omgeving van hun bedrijf. En zo kunnen instrumentele overwegingen belangrijker worden bij het nemen van beslissingen dan morele overwegingen.
Disciplinaire maatregelen
Uit het onderzoek blijkt verder dat de invloed van de marktomgeving op ethisch gedrag verder gaat dan enkel iets aanmerken als onethisch. In sterk concurrerende markten worden werknemers ook minder snel disciplinair aangepakt als hun ethische misstap winst voor het bedrijf oplevert.
Blinde vlek aanpakken door strengere regels
Volgens Hoogervorst en Desmet kan de blinde vlek voor onethisch gedrag worden aangepakt door strengere regels en hogere boetes op te leggen. Dit leidt echter tot grote uitdagingen en hoge kosten om het te handhaven. Bovendien leidt deze aanpak volgens hen waarschijnlijk ook niet tot een sterker bewustzijn over ethiek.
Om dit bewustzijn te creëren moet moraliteit onderdeel gaan uitmaken van het vocabulaire van organisaties, bijvoorbeeld door leiders te leren dat moreel gedrag een belangrijk onderdeel van zakendoen is, zo betogen de onderzoekers. Business schools zouden hun studenten ook moeten leren dat het belangrijk is niet alleen naar de resultaten onder de streep te kijken, maar ook naar de manier waarop deze resultaten worden behaald, besluiten ze.