
Wat de kwaliteit van de masteropleidingen betreft valt het op dat drie instellingen die voornamelijk deeltijdmasters bieden, gunstige oordelen krijgen. Businessuniversiteit TIAS krijgt overall de hoogste instellingsscore, gevolgd door de Open Universiteit en businessuniversiteit Nyenrode. Bij de reguliere universiteiten, die vooral voltijdstudenten bedienen, scoort Wageningen opnieuw het hoogst.
Mastervergelijker
De gemaakte analyse resulteert in de publicatie van een nieuwe online ‘Mastervergelijker’. Deze tool biedt per masteropleiding details over de kosten, de tijdsduur, de aangeboden specialisaties en dus ook de toelatingseisen. De mastervergelijker bevat ook gegevens over alle hbo-masters. Bij deze opleidingen is er nooit een traditie van ‘directe doorstroming’ na de hbo-bachelor geweest. Deze masters hanteren kennen altijd een toelatingsprocedure, waarbij vooral gekeken wordt naar werkervaring en/of het bezit van relevant werk.
Utrecht meest selectief
Bij de algemene universiteiten is de Universiteit Utrecht het meest ‘selectief’. Bij 84 procent van de onderzochte masters geldt voor alle studenten een toelatingsprocedure. Ook bij de UvA in Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam is de toelating bij verreweg de meeste masteropleidingen individueel maatwerk. Naast het bezit van bepaalde bachelordiploma’s worden vaak eisen gesteld aan eerder behaalde cijfers of gevolgde vakken; of er geldt voor iedereen een intakegesprek.
Meer directe doorstroming is te zien in Tilburg en (voor zover te beoordelen) Groningen. Daarnaast valt op dat de masters van technische universiteiten nog vaak directe toegang verlenen aan bepaalde specifieke bachelors. De informatie hierover is bovendien zeer toegankelijk via de ‘doorstroommatrix’ van deze instellingen. De Wageningse universiteit is juist weer het andere uiterste. Hier hanteert minstens driekwart van de masteropleidingen extra toelatingseisen, ook voor mensen met een Wagenings bachelordiploma.
Bij de algemene universiteiten staat dit jaar Tilburg University op de eerste plek; deze instelling steekt Maastricht voor het eerst met klein verschil de loef af. Nijmegen staat op drie en is daarmee opnieuw de best beoordeelde van de zes grote ‘klassieke’ universiteiten.