
Als je als bedrijf zoekt naar alternatieve vormen van financiering dan vereist dat minimaal dezelfde voorbereiding als dat je een krediet aanvraagt bij de bank. “Je moet vijf vragen goed kunnen beantwoorden. Kun je dat niet, begin er dan vooral niet aan”, zegt registeraccountant en docent NIVE Opleidingen Stefan Betting.
Hoeveel financiering heb je nodig? Op welke wijze presenteert het bedrijf zich? Welke toekomstverwachtingen zijn er in de branche? Welke zekerheden kun je overleggen? In welke fase verkeert de onderneming? “Als je geen antwoord hebt op deze vragen is het net alsof je bij de Starbucks staat en niet weet welke koffie je moet kiezen. Het verkrijgen van alternatieve financiering vereist een goede voorbereiding. Ik laat tijdens mijn cursus zien bij welke loketten men terecht kan en waar op internet je kunt vinden aan welke voorwaarden je moet voldoen. Dat verschilt namelijk per product en per aanbieder. Verder geef ik aan welke financieringsvorm mogelijk is bij de fase waarin het bedrijf zich bevindt”, aldus Betting.
Welke fases van het bedrijf zijn er?
“Je hebt de idee- en planfase. In die fase heb je ongeveer € 50.000 nodig. Dan volgt de startfase, waar gemiddeld € 150.000 voor nodig is. De vroege groeifase vraagt tot ongeveer € 300.000. In de groeifase loopt de kapitaalbehoefte uiteen van € 300.000 tot € 1 mln en in de volwassenheidsfase overstijgt de kapitaalbehoefte de € 1 mln. Daarna heb je mogelijk nog de neergaande of doorstartfase.”
Welke financieringsvormen horen bij welke fase?
“Voor de idee- en planfase zoek je het geld bij vrienden en familie. De bank gaat je dat geld niet geven omdat je er geen zekerheden tegenover kunt stellen. Ze verstrekken hooguit een rekeningcourantkrediet. Voor fase 2 (de startfase), waarbij je maximaal anderhalve ton nodig hebt, kun je terecht bij informele investeerders. Dit zijn over het algemeen oud-ondernemers die geld hebben. Ze staan ook wel bekend als de business angels. Daar zijn er ongeveer 2.000 van in Nederland. Voor fase 3 (vroege groeifase) kun je ook terecht bij informele investeerders en kleinere participatiemaatschappijen. Heb je een miljoen nodig dan kun verder nog terecht bij grotere participatiemaatschappijen, venture capital en MPEX. Daarnaast heb je nog tal van andere vormen, zoals: aansluiten bij kredietunies, achtergestelde leningen, groeifondsen/seedfondsen, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, factoring, waarbij dubieuze debiteuren worden voorgefinancierd. Dan heb je ook nog American factoring, leasing, bootstrapping et cetera.”
Wanneer kies je voor bijvoorbeeld crowdfunding?
“In alle fases kun je ook crowdfunding toepassen. Wat je eigenlijk doet is het stapelen van de financieringsvormen. Je gaat langs bij familie en vrienden, kijkt of je in aanmerking komt voor subsidies of andere overheidsregelingen, probeert bij de bank een krediet los te krijgen. Je mikt op meerdere vormen en op die manier kun je het geld bij elkaar krijgen.”
Welke risico’s kleven er aan deze alternatieve financieringsvormen?
“Aan ondernemen kleven altijd risico’s. Als je een krediet krijgt van de bank en je kunt niet betalen, ga je uiteindelijk ook failliet. Je kunt wel persoonlijk aansprakelijk gesteld worden.”
Zijn er ook regels die gevolgd moeten worden bij alternatieve financieringsvormen?
“De regelgeving hiervoor is heel beperkt. Dat is ook meteen het probleem. Het staat niet onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten. Er zijn plannen om de regelgeving te verbeteren en dan moet je denken aan bijvoorbeeld dat de aanbieder van financieringsvormen aan minimale vereisten moet voldoen. Bijvoorbeeld dat het geld op een derdenrekening gestort wordt.”