
Grondstofprijzen hebben een tumultueuze periode achter de rug. De olie- en gasprijzen verloren sinds 2014 respectievelijk 64% en 58%, terwijl de industriële metaalprijzen zoals aluminium, koper, staal met gemiddeld 32% daalden. Het verlies van agrarische grondstoffen sinds 2014 is minder groot, maar toch nog 27%. Dergelijke grondstofprijsbewegingen zijn niet zonder gevolgen voor het bedrijfsleven. Interessante vragen zijn dan welke sectoren in Nederland het gevoeligst zijn voor de beweeglijkheid in grondstofprijzen en waar in het bedrijfsproces de impact van deze beweeglijkheid het grootst is.
In deze cross-sectorale analyse schetsen we een beeld van het Nederlandse bedrijfsleven in relatie tot de beweeglijkheid van grondstoffen, zoals energie, industriële metalen en agrarisch grondstoffen. Hiertoe hebben we voor Nederlandse sectoren gekeken waar de impact van grondstofprijsbewegingen in het bedrijfsproces het grootst is. Hierbij kijken we enerzijds naar de impact aan de inkoopkant plus het primaire proces (ofwel daar waar de kosten voor het voortbrengen van het eindproduct worden gemaakt). Anderzijds kunnen grondstofprijsbewegingen ook doorwerken in eindmarkten (zoals in de afzetprijzen en uiteindelijk in marges en omzet).
Veel bedrijven staan bloot aan grondstofprijsbewegingen. Sommige bedrijven zijn in staat om prijsrisico’s af te dekken of prijsstijgingen door te berekenen, terwijl andere bedrijven zijn overgeleverd aan de grillen van de markt. Hoe dan ook, de impact van trends in grondstofprijzen is voor veel ondernemingen groot.
Lees hier meer over de grondstofprijzen