
De economie in Oost-Europa groeit, maar de faillissementen laten een onstuimig beeld zien. Steeds meer bedrijven worden geconfronteerd door te late betalingen uit voornamelijk Polen en Turkije. De kasstromen worden hierdoor flink geraakt.
Steeds meer bedrijven geconfronteerd met te late betalingen door buitenlandse afnemers en dat is te merken in het vertrouwen in de cashflow. Door hogere kredietrisico’s als gevolg van uitblijvende betalingen door buitenlandse zakelijke klanten maakt ongeveer 20 procent van de Oost-Europese bedrijven zich hierover flinke zorgen, tegenover 16 procent in West-Europa. Dat blijkt uit de Betalingsbarometer voor Oost-Europa van kredietverzekeraar Atradius.
De gemiddelde totale waarde van buitenlandse facturen die op de vervaldatum nog niet betaald waren, steeg met 19 procent tot 40,8 procent. De gemiddelde waarde van achterstallige binnenlandse rekeningen steeg met 9 procent naar 45 procent. De gemiddelde totale waarde van buitenlandse facturen die na 90 dagen nog niet betaald waren, kwam boven het regionale gemiddelde van 20 procent uit in Polen (29,8 procent), Turkije (26,4 procent) en Tsjechië (22,3 procent). Langere betalingsachterstanden kunnen het risico van wanbetaling vergroten en de cashflow negatief beïnvloeden. Maar liefst 20 procent van de Oost-Europese bedrijven zegt hierdoor bezorgd te zijn dat hun DSO de komende twaalf maanden zal verslechteren. Ze maken zich met name zorgen over het effect van Turkije en Polen.