
Niemand minder dan Lawrence (Larry) Summers, één van de hoogste adviseurs van Obama, gaf tijdens het eeuwfeest van de uitgave Economisch Statistische Berichten acte de présence. ‘Europa moet zijn economie stimuleren.’
Summers is aanhanger van de theorie van de seculaire stagnatie. Kort gezegd komt deze erop neer dat overheden de status quo van stagnatie niet hoeven te accepteren. Zij kunnen ingrijpen om zo meer groei te laten ontstaan. Summers ziet een overheid voor zich die borrower of last resort is en miljarden leent om in de economie te investeren. Dat biedt volgens hem een oplossing voor het probleem van de Europese Centrale Bank. De beleidsrente is negatief en samen met het immense opkoopprogramma van de ECB drukt dat de tarieven van vrijwel alle soorten leningen. Maar… Dat leidt niet tot een kredietgolf, terwijl het investeringsklimaat voor bedrijven bijna niet gunstiger kan. Als de CFO nu niet investeert, wanneer dan wel? Maar CFO’s blijven voorzichtig, zo blijkt ook uit onderzoeken zoals de CFO Survey van Deloitte. Het probleem laat zich het beste samenvatten met een gezegde: de ECB heeft het paard naar het water gebracht, maar kan het paard niet dwingen om te drinken.
Status quo
Summers vindt eigenlijk dat overheden het paard moeten dwingen te drinken. Of in elk geval moeten ingrijpen, bijvoorbeeld door grote investeringsprogramma’s aan te gaan. De overheid geeft daarmee volgens hem het goede voorbeeld. ‘In het geval van een negatieve reële rente, betalen mensen om hun geld onder te brengen. Dat is een situatie waarmee regeringen hun voordeel zouden moeten doen.’ Dat gebeurt, zeker in Europa, naar zijn mening veel te weinig. En dat leidt weer tot een status quo van relatief weinig groei: stagnatie. Niet verwonderlijk is dan ook dat Summers zich een verklaard tegenstander toont van het verhogen van de rente door de Federal Reserve in de Verenigde Staten. Maar daar zit ook een risico aan. Met het steeds uitstellen van de renteverhoging, stijgen de schulden. Bedrijven kunnen hun schulden alleen betalen doordat de prijs van het geld zo laag is. Met het beleid van goedkoop geld blaast de Fed zo alleen maar de risico’s op, zeggen critici. Hogere rentes zouden kunnen leiden tot een golf van wanbetalingen. Aan de andere kant kan een rate hike ook uitgelegd worden als een teken van kracht. Het gaat goed of in elk geval beter met de Amerikaanse economie. En daar hoort nu eenmaal een hogere rente bij.
Summers verspreidt een Keynesiaanse boodschap. En is tegelijkertijd kritisch over Europa. ‘Het is noodzakelijk dat Europa zijn economie versterkt. Rentes in Nederland en Duitsland liggen in de buurt van 50 basispunten voor een lening van 10 jaar. Dat kan twee dingen betekenen. Of we verwachten nauwelijks inflatie in die 10 jaar of de reële rentes zijn opmerkelijk laag, zelfs negatief. Geen van beide mogelijkheden is een teken van economische kracht. De wereld is niet beter af met een Europa dat zich naar meer welvaart devalueert. De economie moet sterker worden gemaakt.’ En daarbij moet – in de redenatie van Summers – de overheid helpen. Diezelfde overheid mag van financiële instellingen verwachten dat zij risico’s managen en verdelen. ‘Het financiële systeem dat dat juist zou moeten doen, is zelf een grote bron van risico’s geweest. Ik vraag me af waarom er niet meer vervolgingen zijn geweest. Maar er is iets fundamentelers mis dan de slechte gedragingen van individuen en dat behelst de logica van bedrijfswaardemaximalisatie en van concurrentie. Agressieve instellingen worden beloond en troeven minder agressieve instellingen af.’
Actief ingrijpen
Het probleem is volgens hem dan ook niet too big to fail. ‘Zo groot was Lehman Brothers niet. Het probleem is dat we te veel vertrouwen op marktdiscipline. Die strategie veroorzaakt rampen. We moeten actief ingrijpen in de financiële sector. Kapitaalratio’s en liquiditeitsratio’s moeten verder omhoog.’ De bankensector vergt volgens Summers een veel sterkere regulering. ‘Er is de afgelopen vijf jaar wereldwijd enorme vooruitgang geboekt bij de bankenregulering. We hebben echter niet voldoende adequate systemen voor de omgang met malafide bedrijfspraktijken. We nemen geld van bedrijven maar vervolgen geen individuen. Dat vind ik een enorm groot probleem.’ Kortom: overheden, zeker in Europa, moeten een grotere rol op het financiële toneel pakken. Alleen zo wordt een aanmodderscenario, ook wel stagnatie genoemd, voorkomen.
Lawrence Henry Summers (1954) is een Amerikaans econoom, hoogleraar en politicus van de Democratische Partij. Hij was de 75e minister van Financiën van 1999 tot 2001 onder president Bill Clinton. Van 2009 tot eind 2010 was hij de 8e directeur van de Nationale Economische Raad. Als zodanig was Summers één van Obama’s belangrijkste adviseurs en maakt hij deel uit van de Executive Office of the President. Summers was van 1991 tot 1993 hoofdeconoom van de Wereldbank en van 2001 tot 2006 president van de Universiteit van Harvard. Voorts is hij professor aan de Kennedy School of Government van Harvard. Als econoom is Summers werkzaam op een breed terrein, van openbare financiën tot macro-economie en voorstander van een empirische lijn.