
Organisaties kennen hiërarchische structuren. Binnen deze bedrijven horen machthebbers. Verrassend genoeg is de macht tussen de vingers voelen wegglippen minder pijnlijk dan het verliezen van sociale status. Topmannen en -vrouwen zijn gewaarschuwd.
Promovendus Maartje Schouten van Rotterdam School of Management Erasmus University voerde twee scenariostudies uit met bijna 250 deelnemers. Zij kregen in de experimenten eerst status of macht toebedeeld, die hen vervolgens weer werd afgenomen. Met haar onderzoek wilde Schouten nagaan of het verliezen van status een ander effect heeft op mensen dan het verliezen van macht. Nu blijkt dat het verliezen van sociale status onder collega’s een grotere emotionele impact heeft dan het verlies van macht. Uiteindelijk weegt het oordeel van de omgeving zwaarder dan de verworven macht. Schouten: ‘Omdat status voortvloeit uit het oordeel van anderen, voelt het verliezen van status snel als sociale uitsluiting. Macht wordt daarentegen niet bepaald door het beeld dat anderen van ons hebben, maar door de functie waarin iemand is aangenomen. Dat verklaart waarom het verliezen van macht niet hetzelfde emotionele effect op mensen heeft.’ Als gevolg kan het leiden tot gevoelens van schaamte, angst en sociale uitsluiting. ‘Sociale uitsluiting is namelijk een harde psychologische klap is waar de meeste mensen niet mee om kunnen gaan,’ aldus Schouten.
Deze sterke emoties zorgen er ook dat mensen die hun status verliezen eerder geneigd zijn het bedrijf te verlaten dan mensen die hun macht verloren hebben. De reden voor het vertrek is dat deze mensen zich meer op zichzelf gaan richten en minder op het bedrijf nadat ze hun status zijn verloren. Schouten: ‘Tel hier de negatieve emoties bij op, met name schaamte, die de deelnemers ervoeren nadat ze hun status hadden verloren en dan is het niet raar om je te bedenken dat deze mensen eerder geneigd zijn om de organisatie te willen verlaten.’
Hiërarchie
‘Alle organisaties kennen hiërarchische structuren,’ zegt Schouten. ‘Een zo’n hiërarchie ontstaat door machtsverschillen tussen personen. Mensen met meer macht hebben makkelijker toegang tot waardevolle middelen, zoals de mogelijkheid salarissen te bepalen of invloed uit te oefenen op wat andere mensen doen.’ Volgens Schouten kennen organisaties ook sociale hiërarchieën gebaseerd op status, die mensen kunnen krijgen door noeste arbeid en een blijk van kennis en expertise. ‘Waar macht gedefinieerd wordt door controle over middelen, bestaat status dus uit aanzien en waardering door anderen.’ Volgens Schouten kunnen mensen zowel macht als status verkrijgen en verliezen door de sterke dynamiek van hiërarchieën.
De resultaten van het onderzoek van Schouten laten ook zien dat de achtergrond bij het verliezen van status een belangrijke rol speelt bij het voornemen de organisatie te verlaten. Deelnemers aan het onderzoek die te horen kregen dat ‘de situatie’ de oorzaak was voor de afgenomen waardering van hun collega’s, leken minder onder het verlies te leiden dan degenen die te horen kregen dat het verliezen van hun status ‘hun eigen schuld’ was.