De Autoriteit Financiële Markten (AFM) brengt het aantal bestuursleden terug van vier naar drie statutaire bestuurders. Harman Korte treedt terug als bestuurslid.
De benoemingstermijn van Harman Korte loopt per 1 november 2016 af. Korte blijft echter tot 1 mei 2017 werkzaam voor de AFM en zal zich richten op enkele niet-toezichtvertrouwelijke projecten op het gebied van P&O. De raad van toezicht stelde voor om het aantal bestuurders binnen de AFM terug te dringen om ‘de interne organisatie te vereenvoudigen en het besturingsmodel verder aan te scherpen’.
Geschikt moment
Het aflopen van de benoemingstermijn van twee bestuurders per 1 november 2016 leek de raad van toezicht een geschikt moment om het aantal statutaire bestuurders terug te brengen. Naast Korte loopt ook de termijn van Gerben Everts af. Everts wordt echter per 1 november 2016 opnieuw voor een periode van vier jaar benoemd tot bestuurslid. Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem stemde in met de zogeheten stroomlijning van de AFM. Naast Everts zijn Femke de Vries en Merel van Vroonhoven de resterende bestuursleden.
Eind vorig jaar had onder meer minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem kritiek op de AFM wegens fouten in de beoordeling van zogeheten rentederivaten. Veel bedrijven kwamen in de problemen doordat ze die producten kochten.
‘Belangrijke bijdrage Everts’
Korte was als bestuurder verantwoordelijk worden voor het pensioen- en transparantietoezicht en was daarvoor reeds werkzaam als directeur binnen de Autoriteit Financiële Markten. Ook nam Korte namens de AFM zitting in de FEC-raad sinds juni 2012. Paul Rosenmöller, voorzitter van de raad van toezicht, is Korte ‘zeer erkentelijk’ voor de zestien jaar binnen de organisatie. Rosenmöller ziet voor de komende vier jaar veel uitdagingen ten aanzien van onder meer accountantsorganisaties, financiële verslaggeving, kapitaalmarkten en asset management. ‘Gerben Everts kan daar op basis van de kennis en ervaring over de afgelopen periode een belangrijke bijdrage aan blijven leveren.’ Voor Korte lijkt geen rol te zijn weggelegd.
