
De economische groei houdt aan in Nederland en er is een belangrijke rol weggelegd voor de binnenlandse bestedingen. Stijgende contractlonen zijn een van de redenen waardoor de binnenlandse consumptie toeneemt. Het eurogebied laat zien dat het blijft groeien en ook de groei van de wereldhandel houdt aan. Met name de handel tussen de OESO-landen onderling springt er positief uit.
Een combinatie van stijgende contractlonen, lage inflatie en lastenverlichting zorgt ervoor dat de binnenlandse bestedingen blijven toenemen. Voor het vierde jaar op rij groeien de investeringen harder dan het bbp, blijkt uit de juniraming van het Centraal Planbureau (CPB). Het bbp in Nederland groeit dit jaar met 1,8 procent dit jaar en volgend jaar met 2,1 procent.
Herstel na double dip
Wereldwijd blijft de economische groei beperkt tot circa 3 procent in 2016 en 2017. Het eurogebied laat een gestaag herstel zien na de zogeheten ‘double dip’, waarbij de economie net na een economische heropleving opnieuw in een recessie terechtkwam. Hier was sprake van in de perioden 2009 en 2012-2013. De groei voor dit jaar komt neer zo’n 1,6 procent en 1,7 procent in 2017. De inflatie in het eurogebied blijft laag met 0,2 procent dit jaar en 1,1 procent volgend jaar.
OESO onduidelijk
De OESO-landen, waar Nederland uiteraard ook deel van uitmaakt, zijn onderling volgens het CPB de lichtpunten van de wereldhandel. Het Centraal Planbureau voorspelt een groei van de voor Nederland relevante wereldhandel met 3,9 procent in 2016 en 4,8 procent in 2017, sneller dan de mondiale handel. Dat het CPB zo positief is over de OESO-landen is, mag opvallend heten. De samenwerkingsorganisatie is juist somber over de wereldhandel. De verwachting voor de groei voor dit jaar is verlaagd van 3,6 procent naar 2,1 procent en voor volgend jaar van 4,8 procent naar 3,2 procent voor de economieën van de ruim dertig OESO-landen. Mochten de Britten er later deze maand bij referendum voor kiezen om de EU te verlaten dan zal dit voor het VK een ‘substantiële schok’ voor de buitenlandse handel tot gevolg hebben.
EMU-saldo
Het EMU-saldo verbetert van -1,8 procent bbp vorig jaar naar -1,6 procent bbp dit jaar en -1,0 procent bbp volgend jaar. Dit heeft onder andere te maken met lagere rentebetalingen. De overheidsfinanciën zijn nog niet in lijn met de criteria van het stabiliteits- en groeipact. In 2016 stijgt de koopkracht doordat de groei van de contractlonen hoger is dan de inflatie en door de lastenverlichting in het 5 miljard-pakket.