
Jaarverslagen bieden met name informatie op de korte termijn, maar het verslag zou veel meer inzicht in de strategische keuzes en de verwachte prestaties van bedrijven op de lange termijn kunnen leveren, zo blijkt uit onderzoek van KPMG. Alleen initiatieven op de korte termijn krijgen aandacht in het jaarverslag. Volgens KPMG kunnen beursgenoteerde ondernemingen beleggers met hun jaarverslag van veel meer nuttige informatie kunnen voorzien.
Wim Bartels, partner bij KPMG en deskundige op het gebied van verslaggeving, vertelt dat er groot verschil bestaat tussen de behoefte en het aanbod: ‘Het onderzoek laat zien dat er een groot gat bestaat tussen de informatie die beleggers nodig hebben om zich een oordeel over de gezondheid en vooruitzichten van een onderneming te kunnen vormen en de informatie die zij met het jaarverslag krijgen. Het is dan ook van groot belang dat er meer balans komt tussen de verslaggeving over de belangrijkste korte-termijnindicatoren en de factoren die meer zeggen over de levensvatbaarheid van het bedrijf op de langere termijn.’ Ruim 40 procent van de bedrijven bespreekt alleen initiatieven op de korte termijn en hooguit 10 procent geeft in het jaarverslag een vijfjarenoverzicht van de operationele prestaties.
Financiële data niet genoeg
Bartels ziet liever dat ondernemingen gericht te werk gaan in het jaarverslag. Oftewel: meer focus. ‘Wij pleiten er niet voor dat ondernemingen in het verslag méér informatie geven. Het gemiddelde verslag omvat op dit moment al ruim 200 pagina’s. Het gaat er wel om dat zij meer focus kunnen aanbrengen. Gemiddeld wordt zo’n 40 procent van het verslag besteed aan financiële data.’ Een klein gedeelte gaat over de prestaties en de vooruitzichten van de strategie. Volgens Bartels willen investeerders ook de gezondheid, de groeipotentie en de houdbaarheid van de diensten op de lange termijn kunnen beoordelen. Alleen financiële data zijn daarvoor niet genoeg. ‘Zij willen bijvoorbeeld weten hoe de vlag erbij hangt als het gaat om de klantenbasis, de orderportefeuille, het marktaandeel en de kosten die een bedrijf maakt. Minder dan 20 procent van de bedrijven geeft aan of het klanten wint of verliest en niet meer dan 15 procent geeft inzicht in de ontwikkeling van het marktaandeel. En slechts 7 procent van de ondernemingen biedt informatie over de ontwikkeling van de orderportefeuille en het verkoopvolume, essentiële informatie voor beleggingsbeslissingen,’ aldus Bartels.
Inzicht in risico’s
Bartels ziet een gemiste kans om beleggers te helpen begrijpen hoe bedrijven omgaan met de écht belangrijke risico’s die zij lopen. Ondernemingen zien het verschaffen van informatie over risicobeheersing namelijk als een verplichting om puur aan de wet- en regelgeving te voldoen. Bedrijven zouden veel meer kunnen doen om inzicht te bieden in de risico’s voor bijvoorbeeld de langere-termijnondernemingswaarde. ‘Slechts 10 procent geeft aan welke risico’s kleven aan de gekozen strategie, aan de producten die op de markt worden gebracht en aan veranderingen die in de organisatie worden doorgevoerd. Het niet afdoende beschermen van de belangrijkste activa, zoals reputatie, kennis en klantrelaties, kan leiden tot vernietiging van aandeelhouderwaarde. Minder dan 25 procent van de onderzochte ondernemingen rapporteert echter over dit soort risico’s.’