
De beloofde maatregelen van minister Dijsselbloem zijn aangenomen door de Ecofin Raad. De EU anti-belastingontwijkingsrichtlijn of Anti Tax Avoidance Directive (ATAD) is nu definitief. De richtlijn bevat minimum-maatregelen tegen belastingontwijking.
Executive Finance zet voor u de maatregelen tegen belastingontwijking op een rij.
Renteaftrekbeperking
De netto rentekosten van schulden zijn op basis van deze renteaftrekbeperking aftrekbaar tot 30 procent van de EBITDA van de belastingplichtige. Lidstaten mogen een drempelbedrag hanteren van (maximaal) 3 miljoen euro, en een carry-over-regeling hanteren. Er mag een groepsratio-uitzondering en een uitzonderingsbepaling voor stand-alone entiteiten gelden. Als de groepsratio meer toestaat dan 30 procent van de EBITDA dan kan dit dus betekenen dat de entiteit die is onderworpen aan de regeling, een grotere ruimte heeft om rente in aftrek te kunnen brengen. De nieuwe regeling geldt voor leningen gesloten met ingang van 17 juni 2016.
Exitheffing
Voor situaties waarbij activa met meerwaarden vanuit een Lidstaat worden overgedragen naar een vaste inrichting in een ander land, geldt een exitheffing. Hetzelfde geldt voor situaties waarbij de feitelijke leiding wordt verplaatst vanuit een Lidstaat naar een ander land als heffingsrechten verloren gaan. Dat geldt niet voor tijdelijke transacties voor bepaalde financiële activa. Uitstel door middel van vijf jaarlijkse termijnen is mogelijk binnen de EU/EEA, onder voorbehoud van interest-, garantie- en recapturebepalingen.
Antimisbruikmaatregel
Deze regel moet ervoor zorgen dat belastingdiensten bepaalde structuren mogen negeren als deze zijn opgezet om een bepaald belastingvoordeel te verkrijgen dat niet verenigbaar is met het doel van de belastingregeling en de structuur geen economische realiteit heeft.
CFC-regels voor laagbelaste beleggingsmaatschappijen of laagbelaste vaste inrichtingen
Bij deze regels is er sprake van laagbelast wanneer de daadwerkelijk betaalde winstbelasting minder is dan het verschil tussen de winstbelasting die in de Lidstaat van de belastingplichtige verschuldigd zou zijn en de daadwerkelijk betaalde winstbelasting. In praktijk betekent dit dat de laagbelaste beleggingsmaatschappij of vaste inrichting een bedrag aan winstbelasting betaalt dat minder dan de helft is van het bedrag wat de maatschappij of vaste inrichting in de Lidstaat van de belastingplichtige verschuldigd zou zijn.
Hybride mismatches
Als er sprake is van dubbele aftrek mag alleen het bronland de aftrek toestaan. De lidstaat van de betaler moet de aftrek weigeren als er belastingheffing is in het ontvangende land. Daarnaast is in de maatregel opgenomen dat de Commissie wordt verzocht om vóór oktober 2016 met een voorstel te komen voor hybride mismatches met derde landen gebaseerd op OESO BEPS Action 2. Daarbij is de bedoeling om per eind 2016 overeenstemming te bereiken.
Evenals de overige landen van de Europese Unie zal Nederland deze regels moeten gaan implementeren in de nationale wetgeving vanaf 1 januari 2019. Het is mogelijk dat Nederlandse bedrijven te maken krijgen met veranderingen in de vennootschapsbelasting. Voor de renteaftrekbeperking geldt overigens een bijzondere overgangsclausule voor nationale regels die even effectief zijn als de voorgestelde bepalingen. Deze ‘grandfathering’-clausule zal uiterlijk eindigen op 1 januari 2024.