
In het Human Capital Report kijkt het World Economic Forum (WEF) naar de kennis, vaardigheden en capaciteiten van de beroepsbevolking van 130 landen, waaronder Nederland. De Human Capital Index geeft een indicatie hoe landen hun menselijk kapitaal weten te benutten en te ontwikkelen. Voor de meest recente editie heeft het WEF echter ook gekeken naar data op het gebied van digitale arbeidsmarkten en de platform economie. Prof. Dr. Henk Volberda, projectleider die de data voor Nederland verzamelde, ziet dat een relatief beperkte variëteit aan vaardigheden een bedreiging vormt voor de Nederlandse economie. In de Human Capital Index blijft Nederland op de achtste plaats staan.
In de nieuwe ranking behoudt Nederland de achtste positie op de Human Capital Index 2016. Henk Volberda: ‘De beroepsbevolking van Nederland tot en met circa 54 jaar scoort relatief goed op kennis, opleiding en vakmanschap. Zo hoort de kwaliteit van het Nederlandse onderwijssysteem voor wat betreft het lager (positie 6), middelbaar en hoger onderwijs tot de top-10 (positie 8) en is het percentage hoogwaardige kenniswerkers zeer hoog (positie 9). Daarentegen is de diversiteit in de vaardigheden van pas afgestudeerden relatief beperkt (51e positie).’
Inspelen op disruptie
Volgens Volberda vormt deze relatief beperkte variëteit aan vaardigheden een bedreiging voor de Nederlandse economie om succesvol in te spelen op disruptieve technologieën die deel uit maken van de vierde Industriële revolutie zoals Internet of Things, Big Data, Robotisering en 3D printing. ‘De snelste adoptie van industriële robots vindt bijvoorbeeld nu plaats in opkomende economieën zoals China en Zuid-Korea met een terugverdientijd van amper 1,5 jaar. De onduidelijkheid over de banen die gaan ontstaan en de vaardigheden die nodig zijn in de komende jaren vereisen een breed repertoire van kennis en vaardigheden in een land. Talent, niet kapitaal, is de belangrijkste factor voor innovatie en concurrentievermogen van een land.’
Inhaalslag
Volberda vervolgt: ‘De Nederlandse bevolking vanaf 55 jaar kent een relatief lage participatie op de arbeidsmarkt en een hoge werkloosheid. Zo neemt de leeftijdsgroep 55 – 64 jaar de 54e positie in op deelname op de arbeidsmarkt en de 90e positie op de mate van werkloosheid. De leeftijdsgroep van 65 jaar en ouder nemen op deze onderdelen achtereenvolgens de 99e positie en 98e positie in. De bevindingen van het Human Capital Report 2016 geven dus aan dat de kennis, talenten, en vaardigheden van in het bijzonder de Nederlandse bevolking vanaf 55 jaar oud niet volledig worden
aangewend. Ook op het gebied van jeugdwerkloosheid (41e positie) en arbeidsparticipatie van mensen tussen de 25 en 54 jaar oud (43e positie) heeft Nederland nog een inhaalslag te maken,’ aldus Volberda.