
Op 16 januari was het zover: IFRS 16 werd eindelijk gepubliceerd. Vrijwel alle leaseovereenkomsten moeten vanaf 2019 op de balans, decreteert de International Accounting Standards Board (IASB). CFO’s krijgen het druk. Maar moeten ze zich ook zorgen maken?
Trains and boats and planes… Dat treurige wijsje gaat bijna onvermijdelijk door je hoofd bij het volgen van de discussies over de nieuwe IFRS-standaarden. Het zal wel komen door de beroemde – en door sommigen verfoeide – uitspraak van de voormalig voorzitter van de IASB. Sir David Tweedie riep dat hij ‘graag eens in een vliegtuig zou zitten dat gewoon op de balans staat van de luchtvaartmaatschappij’. Een simpele verzuchting als startschot voor het bedenken van nieuwe IFRS-standaarden? Zou zomaar kunnen, lijken sommige critici te denken. ‘Er is altijd geprobeerd om zaken van de balans te halen’, is het droge commentaar van Roel de Weerd, CFO van bedrijfsonroerendgoedverhuurder Merin. ‘Bepaalde vliegtuigen stonden inderdaad nergens op de wereld op de balans. Bij niemand.’ Niet zo verwonderlijk wellicht dat accountants en de wetgever zich achter het oor begonnen te krabben. Hoe lang wilden zij nog verantwoordelijk zijn voor verslaggeving waarbij een belangrijk deel van de financiële verplichtingen van een onderneming in het schaduwrijk van de off balance sheet verblijven?
Sleutelen aan regelgeving
Dat het sleutelen aan de regelgeving daarna dik tien jaar duurde, verbaast De Weerd niet. ‘Accountants verzinnen dingen. Dat is logisch. Het is hun rol. Vervolgens gaat iedereen er iets van vinden en vertellen wat de impact ervan is. Met eindeloze discussies als gevolg. Bij onze klanten staat het intussen niet als een probleem op de agenda.’
Is er dan niet de verwachting dat huurcontracten hierdoor korter worden? ‘Dat wel. Je ziet de contracten wel korter worden, maar die trend is al jaren gaande. Dat heeft eerder te maken met de korter wordende levensduur van bedrijven, veelal door de versnellende technologische ontwikkelingen. Wie verwacht heel hard te groeien, heeft geen zin in een lang contract. De lengte van een huurcontract is een economische beslissing en dat blijft zo.’ De Weerd verwacht wel een andere reactie. ‘Hoe kun je je contracten zo structureren dat je je positie houdt als huurder, maar dat op je balans als kort kunt weergeven? Daar zullen partijen wel naar gaan zoeken, vermoed ik.’
Vooral de Nederlandse Vereniging van Lease Maatschappijen is not amused. Al wil NVL-secretaris Jan Bentein in zijn lange reactie IFRS 16: geen goed plan op de NVL-site nog wel toegeven dat het on balance brengen van langlopende financiële verplichtingen op zich ‘een goede gedachte’ is. Alleen, de uitwerking ervan bevalt hem niet in alle opzichten. ‘Voor de beeldvorming helpt het enorm als we het woord lease vervangen door huur’, merkt hij op. Daarmee stelt hij de ‘boekhoudkundige fictie’ aan de kaak die de regels zouden behelzen. Ook wanneer je nooit van plan bent om bijvoorbeeld een gebouw daadwerkelijk te kopen, staat het op de balans als ‘eigendom’. ‘Een fictie met ernstige gevolgen voor balansratio’s’, waarschuwt Bentein in zijn reactie. Onderzoek wijst uit dat zeker een kwart van de bedrijven zich realiseert dat IFRS16 ‘een flinke impact heeft op de bankconvenanten’ en bang is niet goed uit een heronderhandeling met de bank te komen. Met alle gevolgen van dien voor de continuïteit.
Wat wel en niet?
Andere problemen voorziet de leasesector onder meer bij het telkens weer moeten vaststellen wat eigenlijk onder het begrip lease valt en wat niet. De definitie (zie kader) waar de IASB na tien jaar bakkeleien met verschillende sectoren toe besloot, deugt niet. Tenminste, dat vindt Benteim. ‘Het is duidelijk dat de IASB denkt aan (harde) objecten, zoals vliegtuigen, machines of auto’s. De vraag wordt dan: is iets een lease of is het een service? Fundamenteler gesteld: zijn alle leases financieringscontracten? Die leidende gedachte van de IASB staat los van de economische realiteit.’
De realiteit voor bedrijven is in elk geval dat de nieuwe standaard er nu echt aankomt en eindelijk duidelijk wordt hoe die eruitziet. De Weerd, eerder in zijn loopbaan CFO van Ahold Vastgoed, merkt nog op: ‘Voor grote retailers als Ahold is dit mega. Die zijn al lang serieus bezig de impact te berekenen.’ Klopt dat? Ahold controller en Senior VP Guy Thomson neemt de telefoon op in België, waar de fusie met Delhaize beklonken wordt. Hoeveel panden Ahold op dat moment precies least, kan hij uit het hoofd niet zeggen. ‘Thousands.’ Desondanks reageert hij ontspannen. Hij voorziet geen problemen, al wordt het ‘een enorme klus.’
Thomson: ‘Property is voor een retailer heel belangrijk, de meeste retailers hebben daarom hun organisatie goed op orde. Althans, hun property departments. Dat is allemaal helder omschreven. We kennen de contracten. We doen immers betalingen en we rapporteren er toch al over in ons jaarverslag. We moeten natuurlijk al die contracten classificeren en waarderen. En ja, die beoordelingen zullen allemaal anders zijn. Dat betekent veel in house-opleidingen voor de legal-, real estate- en accountingafdelingen. De systemen moeten worden aangepast; we zullen zeker anders naar leasecontracten gaan kijken. Maar als je op een bepaalde locatie wilt zitten, heb je meestal niet veel keus. Voor de accounting maakt het intussen allemaal weinig uit. Dit is geen revolutie.’
Stap vooruit
Minder neutraal is Guy Thomson over de door Hoogervorst zo gewenste transparantie. ‘Aanvankelijk zullen bedrijven er door de langere balans anders uitzien. In de winst- en verliesrekening komen voor de leaseverplichingen een post voor de afschrijving en een voor de rentelast in de plaats en dat heeft invloed op het beeld van de toekomstige winstgevendheid van je bedrijf. Nu keken banken en investeerders allang naar dergelijke financiële verplichtingen. Nu krijgen ze het wel makkelijker. Wanneer we een lease asset behandelen als elk ander bezit dat gefinancierd is, doen we echt een stap vooruit in de transparantie.’
LeasePlan-CFO Guus Stoelinga is er de man niet naar om regelgeving zomaar op zich af te laten komen. Hij zit in het hart van de leasesector met klanten over de hele wereld, samen goed voor een leasevloot van ruim anderhalf miljoen auto’s. Vooral Leaseplans grotere, internationaal opererende klanten krijgen te maken met de nieuwe lease accounting-standaard. ‘Vandaar dat de autoleasebranche en wij vrij intensief betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van deze regelgeving. Men is bezig geweest om een probleem aan te pakken en dat heeft, laten we zeggen, gevolgen voor allerlei andere soorten activa, waaronder leaseauto’s.’ Hij voegt eraan toe: ‘Waarom least een klant tienduizend auto’s? Omdat leasing niet op de balans verschijnt? Nee, hij doet dat omdat hij heel veel service krijgt tegen een afgesproken prijs. Grote klanten waar tussen de 10.000 en 25.000 auto’s rijden, zeggen echt niet: “Het is wel heel vervelend dat er als gevolg van de nieuwe regels een leasebedrag op mijn balans bijkomt, dus nu ga ik het allemaal zelf regelen.”’
Concurrentievoordeel
Stoelinga anticipeerde op de regelgeving. ‘LeasePlan gaat extra service leveren om het leven van klanten makkelijker te maken. Alle activa, dus elke auto, maken tijdens de lease een ontwikkeling door op de balans. Een technische kwestie, maar wel vervelend en voor een klant met 10.000 auto’s best lastig om te organiseren. Voor die grote klanten hebben wij speciale software, waardoor ze allerlei aspecten van autoleasing op hun balans kunnen bekijken. Daarmee kunnen ze zien wat de IFRS 16-waarde van elke auto is op elk moment. Dus ook als ze de jaarrekening opmaken.’ Als wereldmarktleider kan LeasePlan deze service wel bieden. Stoelinga: ‘Er zal steeds meer regelgeving komen die dwingt tot schaalvergroting. Of je dat nu leuk vindt of niet.’ Leasing is voor Stoelinga een serviceproduct. ‘Dat moet het ook blijven. Uiteraard gaan we voldoen aan deze regelgeving, maar die gaat mijn wereld wel lastiger maken. De inzichtelijkheid voor klanten wordt er niet groter door.’
Toch, al staan deze twee financiële bestuurders op twee tegenovergestelde polen van het leasespectrum, hun wereld zal niet drastisch veranderen, verwachten beiden. Maar wel dankzij de state of the art-systemen waarmee zij complexe regelgeving die op hen afkomt het hoofd kunnen bieden. Thomson lacht. ‘Oké, laten we over een jaar nog eens bellen, dan weten we of het echt zo makkelijk gaat als ik nu denk.’
Wat is een lease?
‘Een lease is een contract dat een gebruiksrecht geeft van een object voor enige tijd, en waarbij de gebruiker alle substantiële economische voordelen uit het object haalt en zelf het gebruik ervan bepaalt.’
Permanente educatie
Wilt u meer weten over IFRS 16? Volg de online cursus via www.executivefinance.nl/pe of zie www.executivefinance.nl/accounting