
Financieel activist. Horzel. Terriër. In veertig jaar heeft Pieter Lakeman aardig wat bijnamen verzameld. Met zijn stichting SOBI is hij sinds jaar en dag de luis in de pels van de BV Nederland.
Hoe hij het zolang heeft volgehouden? ‘Ik heb de wereld nooit willen veranderen.’ De mens is en blijft een ijdel wezen, weet Lakeman. IJdelheid ziet hij, veel meer dan hebzucht, als oorzaak van de meeste fraudes en malversaties.
Hij had er zelf nog niet bij stilgestaan. Maar in 2016 heeft Pieter Lakeman (74) er met Stichting Onderzoek BedrijfsInformatie (SOBI) veertig dienstjaren op zitten. Hij mag nu officieel met pensioen. Wat hij niet van plan is. Lakeman strijdt energiek verder tegen opgeklopte jaarrekeningen, misleidende bedrijfsinformatie en ondeugdelijke financiële producten. De laatste jaren heeft hij zelfs een nieuw ‘jachtgebied’ geopend. Hij richt zijn pijlen op de Nederlandsche Bank. Verweet hij de vorige DNB-president Nout Wellink dat hij ‘sliep met zijn ogen open’, de huidige baas van de Nederlandsche Bank, Klaas Knot, acht Lakeman mogelijk nog gevaarlijker voor het financiële stelsel. ‘DNB misbruikt het middel van hertoetsing van financiële bestuurders om louter jaknikkers om zich heen te verzamelen.’ CEO’s en CFO’s die niet doen wat DNB wil, die een eigen koers durven varen, worden de wacht aangezegd, meent Lakeman.
Na de crisis, die DNB niet had zien aankomen, moest er een cultuuromslag komen bij de centrale bank. Die heeft plaatsgevonden. En nu is het weer niet goed?
‘Ze zijn doorgeslagen bij DNB. Neem de regel dat pensioenfondsen hun verplichtingen met langlopende staatsobligaties moeten afdekken. Maar de rente staat historisch laag! Dit gaat op termijn tot gigantische tekorten leiden. Dat snapt een kind. Maar pensioenfondsbestuurders die in opstand komen en zeggen “zo graven we ons eigen graf”, riskeren dat ze niet door de hertoetsing van DNB komen en voor de rest van hun loopbaan beschadigd raken. Wat DNB doet vind ik een vorm van afpersing.’
U was niet mild voor de vorige president. Maar zijn opvolger doet het in uw ogen niet beter?
‘Knot, de man van de zogenaamde cultuurverandering, heeft in 2012 Lenze Koopmans nog herbenoemd in de raad van commissarissen van Rabobank. Moet je nagaan: Koopmans – inmiddels overleden, een vriendje van Nout Wellink overigens – was begin jaren tachtig verantwoordelijk voor de aandelenfraude bij beursfonds OGEM. Deze man, al eerder door Wellink tot commissaris bij Rabobank benoemd, mocht van Knot dus gewoon op zijn post blijven.’ (Slaat met vuist op tafel, red.)
U beet zich vast in de OGEM-zaak. Dat leidde tot een enquête door de Ondernemingskamer. De eerste tegen een beursfonds. Op welk succes van de afgelopen 40 jaar bent u het meest trots?
‘Op het faillissement van DSB in 2008. Geen twijfel mogelijk. Op televisie riep ik spaarders op hun geld bij de bank weg te halen, omdat DSB niet meer te redden viel en grootaandeelhouder Dirk Scheringa alleen aan zijn eigen belangen dacht. Het doel was deze bank zo snel mogelijk ten onder te laten gaan. Dat lukte binnen drie weken. Een direct gevolg was dat gedupeerde klanten geen 27 miljoen euro terugkregen – het bedrag dat Scheringa wilde uitkeren – maar 300 miljoen.’
Premier Balkenende en minister van financiën Wouter Bos noemden u onverantwoordelijk. U zou met uw oproep tot een bankrun zelfs strafbaar zijn.
‘Ik kreeg honderden hatemails, maar ook honderden fanmails. Ik vroeg mijn secretaresse alleen de complimenten door te sturen. Ha ha ha. En ja, ik heb ook wel eens een kogelbrief ontvangen. Het is een teken dat je meetelt in Nederland, denk ik dan. Nout Wellink vond dat ik voor de rechter moest worden gesleept. Dat is waar. Maar ook daarbij ving hij bot. Na mijn oproep op televisie verkondigde hij in de media dat DSB gered zou worden door andere banken. Spaarders konden hun geld gewoon op hun rekening laten staan en rustig gaan slapen. Maar hij wist niet dat ik nog voor mijn oproep op televisie een mailtje had gestuurd aan Piet Moerland, toen vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken. Als andere banken DSB zouden redden, schreef ik, konden ze een claim verwachten van gedupeerde klanten. Ik verwees naar Dexia en de overname van LegioLease. Dat heeft Dexia honderden miljoenen aan schadevergoeding gekost. Moerland las dat zaterdagmiddag 3 oktober en antwoordde uiteraard dat ik onzin verkondigde. Maar de volgende dag zeiden de banken, voor Wellink volkomen onverwacht, dat ze DSB niet gingen redden. Ik denk dat mijn mailtje toch enig effect heeft gehad.’
DSB was uw grootste moment of fame. Maar wat heeft u in veertig jaar structureel voor elkaar gekregen?
‘Ik denk dat de kwaliteit van jaarrekeningen echt substantieel is verbeterd. Toen ik in de jaren zeventig begon werden in jaarrekeningen de grootste trucs uitgehaald. Mijn eerste zaak was tegen het jaarverslag van Koninklijke Scholten Honig. Ik werd weggehoond. “Wel toevallig dat u net dat ene foute jaarverslag heeft bekeken”, werd er gezegd. Vandaag de dag is de verslaggeving een stuk waarheidsgetrouwer geworden. Maar ik vrees dat dit gaat veranderen door de opkomst van IFRS. Nu bedrijven alles op marktwaarde moeten waarderen, worden jaarrekeningen weer van elastiek. Ik zie dat met lede ogen aan.’
Als u strijdt tegen foute jaarverslagen, dan is oorlog met accountants onvermijdelijk. U streed onder meer tegen Deloitte, de accountant van Ahold, en in een recenter verleden tegen KPMG. Die laatste partij had goedkeurende verklaringen afgegeven voor woningcorporatie Vestia.
‘Dat accountants door bedrijven onder druk worden gezet akkoord te gaan met boekhoudkundige trucs is zo oud als het vak. Maar in de jaren zeventig waren accountants nog grijze, saaie en enigszins onkreukbare types die werkten in opdracht van de aandeelhouders. Tegenwoordig komen ze in dure auto’s en dito maatpakken voorrijden. Het zijn gladde jongens en meisjes geworden. Van die verkooptypes. Dat is een gevolg van de veramerikanisering van het bedrijfsleven. Ik denk dat ik Nederland ervan heb kunnen overtuigen dat goed toezicht op accountants van levensbelang is. De beroepsgroep stond ten onrechte op een voetstuk. Maar ik blijf cynisch. Accountants hebben niets geleerd van de crisis. Helemaal niets. De zaak van KPMG en Vestia speelde rond het jaarverslag over 2010, toen de crisis al twee jaar aan de gang was.’
Wat beschouwt u als de minst bekende structuurfout binnen de BV Nederland?
‘Dat een raad van commissarissen meer dan drie leden mag hebben. Ben je met zijn drieën, dan voelt elk lid zich persoonlijk verantwoordelijk. Bij vier of meer commissarissen schuift iedereen de verantwoordelijkheid van zich af en krijg je dat de RvC akkoord gaat met bestuursbeslissingen die funest zijn voor de toekomst van de onderneming. Helaas hebben de talloze commissies die zich met goed ondernemingsbestuur hebben bezighouden dit feit over het hoofd gezien. Het aantal commissariaten per persoon is gemaximeerd, maar niet het aantal commissarissen per RvC. De waarde van de code Tabaksblat zou ik verder niet overdrijven. Er ging kortstondig een positief effect van uit, maar werd door bedrijven tot een administratief proces gemaakt.’
Vindt u dat de huidige generatie bestuurders en accountants over een scherper moreel kompas beschikt dan veertig jaar geleden.
‘Nee, ik zie daarin weinig ontwikkeling. De top van het bedrijfsleven is niet minder hebzuchtig dan toen ik begon. Maar ook niet meer. Weet je, het is niet zozeer hebzucht die tot fraude en malversatie leidt. Een CEO die zijn inkomen opschroeft van 5 naar 10 miljoen doet dat niet omdat hij meer kan uitgeven. Het is ijdelheid: laten zien dat je meedoet met de grote jongens en dat je iets meer verdient dan je buurman.’
Maakt dat na veertig jaar niet ontzettend cynisch? Hoe komt het dat u nog steeds zo jeugdig uit uw ogen kijkt?
‘Ik ben niet met SOBI begonnen omdat ik dacht dat ik de wereld beter kon maken. Ik wist wel dat dat mij nooit zou lukken en kon daarin dus ook niet teleurgesteld raken. Daarin zie ik een verschil tussen mij en andere klokkenluiders. Als je de strijd aanbindt vanuit een al te groot idealisme, riskeer je dat je vroegtijdig opbrandt.