
Er is geen ontkomen meer aan big data. De invloed van de technologie is overal. Desalniettemin zijn er grote verschillen in het gebruik ervan. Landen als de Verenigde Staten en China benutten de mogelijkheden, maar Europa blijkt het achtergebleven broertje. Econoom Bas Straathof nuanceert het idee dat Europa een enorm potentieel onbenut laat. ‘Buitenlandse kennis is niet minder toegankelijk voor Europese landen.’
Overal zijn plekken om big data-technieken te gebruiken. Of je nu een app ontwikkelt, bij de Albert Heijn werkt of bij de overheid werkzaam bent. Je kunt big data op talloze manieren op allerlei verschillende branches en bedrijfstakken toepassen. Dat betekent dus ook dat een verbetering in het beginsel op allerlei verschillende plekken in de maatschappij gebruikt kan worden. Kleine technologische veranderingen kunnen al meteen een brede impact hebben.
Zie ook: Big data: wat gebeurt er na het pak vla?
Bas Straathof, econoom bij het Centraal Planbureau (CPB), denkt dat big data een van de technologieën is die algemeen toepasbaar zijn en daardoor op verschillende fronten invloed uitoefent. Ook op de economie. Big data heeft namelijk een onmiskenbare invloed op onze kennis van de wereld.
Technologische ontwikkelingen zullen de komende jaren zowel een sterke invloed hebben op de economieën van landen als op de bedrijfsresultaten van een toenemend aantal bedrijven. Hoe ingrijpend zijn de economische gevolgen?
‘Dat is altijd het lastige. Robert Solow, een van de grondleggers van de moderne groeitheorie: ‘You can see the computer age everywhere but in the productivity statistics’. Het is vaak heel lastig om aan te tonen wat het effect is van een ICT-verandering. Dat is eigenlijk heel raar. Overal zijn er computers, nieuwe technologieën, smartphones. Heel de wereld loopt Pokémon te zoeken. Het duurt best wel lang voordat je de effecten op indicatoren zoals het bbp kunt zien. We weten nog steeds niet hoe dat eigenlijk zit. Het heeft onder meer te maken meetfouten. De computer wordt steeds sneller, maar de prijs blijft gelijk. Mensen geven misschien evenveel aan computers uit als vijf jaar geleden, maar de huidige computers kunnen veel meer dan vroeger. Dat zie je niet in de macrostatistieken terug. Dat is een ding. Een andere reden is dat eerst investeringen in ICT pas later terugverdiend worden. Als je de ICT in je bedrijf gaat aanpassen, zie je dat je meer uitgeeft, maar niet meteen wat je terugverdient. Dat zul je pas over een geleidelijk aantal jaren zien.’
Bas, je deed samen met je collega’s Tatiana Kiseleva en Ali Palali onderzoek naar de verspreiding van kennis binnen nieuwe technologievelden. Economische gevolgen kunnen zich beperken tot landsgrenzen. Wordt big data beperkt door nationale grenzen?
‘Bottom line is dat dat waarschijnlijk niet het geval is. Je ziet wel dat er veel activiteit is in de Verenigde Staten en Azië, met name in China. In Europa zie je heel weinig activiteit bij het aanvragen van patenten. Dit kun je op verschillende manieren meten, maar overal zie je dat Europa relatief heel weinig innoveert met big data. Er zijn substantiële verschillen tussen landen, maar wat blijkt dat als Europeanen kennis uit het buitenland willen gebruiken? Dan zullen zij deze kennis even snel gebruiken als bijvoorbeeld een Amerikaan. Dit wijst er niet op dat er een soort barrière is tussen landen. Kennis is niet minder toegankelijk in Europa.’
Met andere woorden: de potentie in Europa is enorm?
‘Ja, dat is een manier om er tegenaan te kijken. Aan de andere kant kun je zeggen dat Europa niet gespecialiseerd is in big data, maar andere specialismen heeft. Dat is op zich prima, dat verschillende landen verschillende specialisaties hebben. Een ander aspect is dat er in Europa veel gedaan wordt aan de bescherming van privacy. Terwijl dat in VS en zeker in China veel minder aan de orde is. Dat betekent dus ook dat er in Europa veel minder juridische mogelijkheden zijn om met persoonsgegevens aan de slag te gaan. Dat kan het misschien minder aantrekkelijk maken om big data met persoonsgegevens te combineren. Dat zou een achterliggende verklaring kunnen zijn voor de verschillen tussen de landen.’
Wat zijn voorname factoren voor deze verschillen tussen landen?
Privacywetgeving zou er een kunnen zijn. Zeker in de eerdere jaren kun je je voorstellen dat de algemene voorsprong van de Verenigde Staten met ICT bepalend is. Aan de andere kant, als je kijkt hoeveel activiteit er in China is, maar ook in Korea en Japan, speelt er meer dan dat. Precies in zit. Privacy is er een, ander punt zou kunnen zijn dat Europa afwijkt van andere landen met het penaltysysteem. Een patent in Europa is moeilijker om te krijgen als het gebaseerd is op software, dan in VS of China. Dat zijn twee factoren die je zou kunnen aanmerken als oorzaken.’
‘Dat zou gevolgen kunnen hebben op het bedrijfsleven. Het zou goed kunnen dat Europese bedrijven die big data-technologie willen gebruiken, daar ook gewoon makkelijk toegang tot hebben. Je ziet eigenlijk niet zoveel activiteit als het om big data-innovatie gaat, maar er blijkt ook geen kennisachterstand te zijn. Dus in zoverre zou het erop kunnen duiden dat Europese bedrijven wel makkelijk toegang zouden kunnen hebben tot technologieën die in het buitenland ontwikkeld worden. Aan de andere kant kun je ook zeggen dat als er weinig met big data geïnnoveerd wordt, dat is dan ook weer een reflectie van het weinige gebruik hier van big data. Het is moeilijk te observeren hoeveel big data technologie er nou echt gebruikt wordt. We kunnen alleen maar iets zien op het moment dat er patent op een big data-technologie wordt aangevraagd. Maar ja, je zou kunnen verwachten dat innovatie met big data samenhangt met het gebruik van big data. Het zou ook best kunnen zijn dat op dit moment deze bedrijven nog heel weinig gebruik maken van big data.’
De nood is hoog in het bedrijfsleven. Bedrijven beseffen dat ze ‘iets’ met big data moeten doen.
‘Het past ook in het beeld. Bedrijven zien ontwikkelingen in het buitenland. Dat je daar denkt: daar is iets, daar moeten we iets mee. Terwijl in het buitenland mainstreambedrijven al volop gebruik maken van big data.’