
Niet alleen de financiële prestaties van bedrijven zijn relevant. Door toenemende regelgeving moeten ondernemingen alsmaar meer inzicht geven waarop zij bijvoorbeeld omgaan met milieu. Wim Bartels, partner bij KPMG, verwacht dat niet-financiële informatie alleen maar belangrijker wordt. ‘Er is internationaal duidelijk een ontwikkeling naar meer regels en gedragscodes.’
Het gemiddeld aantal regels per land is sinds 2013 met zo’n 50 procent toegenomen, blijkt uit onderzoek van KPMG, GRI, UNEP en de Universiteit van Stellenbosch. Wim Bartels denkt dat de toename van regels betekent dat de landen in toenemende mate van bedrijven verwachten dat zij niet alleen consistent rapporteren over hun financiële prestatie, maar ook over de belangrijke niet-financiële prestaties.
Zie ook: ‘Reguliere accountantscontrole op niet-financiële informatie nodig’
Door de regelgeving is de informatie van bedrijven onderling beter vergelijkbaar. Bartels: ‘Dit jaar zien we een aanzienlijke toename van regels die betrekking hebben op het geven van sociale informatie, zoals mensenrechten, veiligheid en gezondheid en arbeidsomstandigheden. Vergeleken met 2013 is het aantal regels op dit vlak bijna verdubbeld, van 39 tot 74. Daarmee groeit het aantal regels dat om dit soort maatschappelijke informatie vraagt harder dan het aantal regels dat om inzicht vraagt in de milieubelasting.’
Sociale omstandigheden
Europese regelgevers staan vooraan in de rij als het gaat om informatie over sociale omstandigheden. ‘De aanzienlijke sociale problemen waarmee veel opkomende markten te maken hebben pleit ervoor dat met name deze landen hiervoor oog hebben. De praktijk wijst echter uit dat de opkomende markten zich op dit moment vooral richten op milieuverslaggeving en informatie die een beeld geeft van de wijze waarop zij in het algemeen met duurzaamheid omgaan,’ aldus Bartels.
Juiste balans
Bartels pleit er voor dat ondernemingen, gebruikers en regelgevers samen de juiste balans zoeken tussen de volledigheid en de relevantie van informatie. ‘De regelgevers kunnen tegelijkertijd sámen zorgen voor meer harmonisatie, zodat de vergelijkbaarheid toeneemt en de regelgeving efficiënt kan worden uitgevoerd.’