
Het failliete V&D heeft nog 54 miljoen om uit te keren aan schuldeisers. UWV, de Belastingdienst en voormalig eigenaar Sun Capital gaan dat opstrijken, de ‘gewone’ schuldeisers kunnen fluiten naar hun centen.
De afwikkeling van het bankroet van de warenhuisketen is nog in volle gang, maar duidelijk is dat er in de boedel niet voldoende geld zit om alle gedupeerde leveranciers, verhuurders en andere partijen met vorderingen te compenseren. De schuldenberg van V&D en La Place tezamen bedraagt nu al meer dan 200 miljoen euro, blijkt uit het tweede faillissementsverslag dat vandaag is gepubliceerd. Verscheidene schuldeisers hebben hun vorderingen daarbij nog niet eens ingediend.
Zie ook: ‘Wetten uit het verleden gelden niet meer voor de hedendaagse economie’
La Place iets rooskleuriger
In het geval van V&D hebben de curatoren nog dik 54 miljoen euro om uit te keren. Dat geld is echter in eerste instantie bestemd voor belangrijke schuldeisers als het UWV, de Belastingdienst en voormalig eigenaar Sun Capital. Daarna blijft er waarschijnlijk niets over. In de boedel van La Place zit nog 71 miljoen euro. Voor de schuldeisers van de failliete restaurantketen ziet de situatie er dus iets rooskleuriger uit.
Dat er nog zoveel geld te verdelen valt is vooral te danken aan de curatoren. Die heropenden de warenhuizen in maart en april nog korte tijd voor een leegverkoop van overgebleven winkelvoorraden. Samen met de verkoop van de inventaris van alle panden, leverde dat zo’n 10 miljoen euro op. Het openhouden van de winkels en restaurants begin dit jaar, toen de onderhandelingen over een mogelijke doorstart nog gaande waren, bracht ruwweg 57 miljoen euro in het laatje.
Na de zomer gaan de curatoren antwoorden zoeken op de vraag: Wat heeft geleid tot de ondergang van V&D.