
Verschillende wetenschappelijke studies leggen de leidinggevende kwaliteiten, gedrag en competenties van mensen uit de hele wereld bloot. Het GLOBE-project werd in 1991 tot leven gewekt door Robert J. House van de Wharton School of the University of Pennsylvania. Dit grootschalige onderzoek is uitgevoerd in 62 landen en spitst zich onder andere op kenmerken van effectief en uitzonderlijk goed leiderschap. Daaruit vloeiden enkele opvallende resultaten. Leiders die inspireren, zich visionairs tonen, prestatiegericht werken en besluitvaardig handelen werden veelal genoemde als gewenste leiderschapskwaliteiten. De meest wenselijke eigenschap was echter integriteit.
Integriteit scoorde hoger dan andere eigenschappen van een leider. Leidinggevenden moeten er van doordrongen zijn dat integriteit voor hen betekent dat zij betrouwbaar zijn, zij hun verantwoordelijkheid nemen en bereid zijn zich voor hun handelen te verantwoorden. Leiders zijn de bewakers van de kernwaarden van hun organisatie. Zij moeten een ‘wij-cultuur’ beschermen. Want alleen in een zwakke cultuur doen we ‘wat goed is voor mij’.
Evolutie
Max Wildschut, onderzoeker aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, vindt ook dat integriteit één van de belangrijkste voorspellers is van gezag bij leiders. Wildschut verbaast zich echter regelmatig over hoe integriteit begrepen wordt. ‘Vanuit de evolutionaire psychologie definiëren we integriteit anders. Onze voorouders wisten te overleven door nauw samen te werken en te delen in de opbrengst van de jacht. Eerlijkheid is cruciaal in deze context: je moet weten dat je maatje geen vlees achterhoudt of je probeert te bestelen. Integriteit gaat over dit soort eerlijkheid.’
Sleutel tot integriteit
Leiderschap valt of staat met de integriteit van de leider. De oude manier van leidinggeven op basis van macht werkt niet meer in moderne organisaties. Wildschut schreef samen met Mark van Vugt hierover het boek ‘Gezag’. Van Vugt vult Wildschut aan en zegt dat integer handelen hard werken is. ‘Integriteit is dan ook iets waar je als leider continu op moet letten en aan zult moeten werken. De leidraad hierbij is gelukkig eenvoudig: behandel anderen zoals je wilt dat zij jou behandelen. Trouw zijn aan deze gulden regel en consistent zijn in het toepassen ervan, dát is de sleutel tot integriteit. En dus ook tot echt leiderschap.’ Aldus het tweetal in gesprek met MT.
Leiders zijn bewakers
Brigadegeneraal Otto P. van Wiggen zal vele politici in opspraak komen. Een natuurlijk voortvloeisel daarvan is een gebrek aan vertrouwen. Om de verstoorde balans weer te herstellen is een mentaliteitsverandering noodzakelijk. Van Wiggen: ‘Die moet op de eerste plaats worden afgedwongen door de bestaande regelgeving consequenter te hanteren, de pakkans bij overtreding te vergroten en overtreders te straffen.’
Goed voorbeeld doet…
Volgens de brigadegeneraal is de tweede stap terug te gaan naar het belang van integriteit in een organisatie en de rol daarin voor het leiderschap. ‘Onderzoek toont aan dat integer gedrag in organisaties voor ongeveer 50 procent afhangt van het leiderschap. Met andere woorden; goed voorbeeld doet volgen. Leidinggevenden moeten er van doordrongen zijn dat integriteit voor hen betekent dat zij betrouwbaar zijn, zij hun verantwoordelijkheid nemen en bereid zijn zich voor hun handelen te verantwoorden. Leiders zijn de bewakers van de kernwaarden van hun organisatie.’
Geert Hofstede
De voornaamste inspirator voor het GLOBE-project was de Nederlander Geert Hofstede. De organisatiepsycholoog is bekend door zijn culturele dimensies-model, dat gebruik maakt van een aantal door hem geïdentificeerde dimensies als graadmeter voor cultuurverschillen. Volgens Hofstede is cultuur in de praktijk vaker een bron van conflict dan van synergie. Zijn werk maakte nationale en regionale verschillen met invloed op het functioneren van institutionele organisaties meetbaar én zichtbaar.
Hofstede richtte zich met name op de effectiviteit van interacties tussen mensen. In zijn model gebruikt Hofstede vijf factoren waaronder de definitie machtsafstand (Power Distance Index (PDI). Dit verwijst naar de mate van ongelijkheid die er bestaat én wordt aanvaard bij mensen met en zonder macht. Betrouwbaar, rechtvaardig en eerlijk zijn (integriteit) werden gekenmerkt als universele katalysator voor effectief leiderschap.