
De NBA vindt de AFM te weinig terughoudend in het doen van mededelingen over lopende bezwaren. De beroepsorganisatie gebruikt de consultatie van de Wet transparant toezicht financiële markten als aanleiding om te zeggen dat dit niet altijd goed gaat. ‘Er zitten grenzen aan.’
Berry Wammes, directeur van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), vindt dat de AFM wat gas terug mag nemen. ‘Als je een bezwaar hebt, moet je je op de vlakte houden, totdat de bezwarencommissie daarover een uitspraak heeft gedaan. We zagen in het verleden wel vaker dat de AFM snel de publiciteit opzocht om dingen te roepen die ze wel of niet bevallen. De toezichthouder moet zich natuurlijk kunnen manifesteren, maar het is tegelijkertijd een grote verantwoordelijkheid. Het is niet dat je te pas en te onpas kunt corrigeren. Er zitten zekere grenzen aan.’
Zie ook: AFM wil financiële markten eerlijker en transparanter maken
‘Je kunt te ver gaan’
De wet waar de NBA commentaar op geeft, is een wet die meer ruimte geeft voor publieke communicatie van de toezichthouder. ‘Dat vinden wij prima, want wij hebben zelf destijds aangedrongen als AFM rapporteert over kantoren, doe dat dan met naam en toenaam. Je kunt echter ook te ver gaan. Het geval dat we nu aanhalen is dat een kantoor bezwaar aantekent tegen een bepaalde beslissing en degene die straks moet gaan beslissen, al op voorhand: ‘Wij denken dat we het goed gedaan hebben.’ Dat is niet conform hoe het zou moeten in ons rechtsbestel,’ aldus Wammes.
Hoe moet je dat duiden?
Onlangs werd bekend dat accountantsorganisaties bezwaar hebben aangetekend tegen door de AFM opgelegde boetebesluiten. Een van de AFM-bestuurders ging hier uitgebreid op in in het FD. In het bericht las de accountantsorganisatie onder meer dat het de AFM niet waarschijnlijk voorkomt dat een betrokken accountantsorganisatie in haar bezwaarschrift nieuwe feiten aandraagt. De NBA vraagt zich af hoe ze een dergelijke uitspraak moeten duiden.