
Waar gehakt wordt, vallen spaanders en dat geldt zeker voor de vierde industriële revolutie. Na stoom, staal en computers staan we op de drempel van een wereld die door the Internet of Things wordt aangejaagd. Ook de financial zal in die nieuwe wereld zijn plaats moet vinden. De vraag is: hoe?
Innovatie en disruptie worden vandaag de dag in een adem uitgesproken. Het World Economic Forum gaf in januari van dit jaar aan dat 65 procent van de kinderen die nu op de lagere school zitten in een beroep terechtkomt dat vandaag nog niet bestaat. Het is algemeen aanvaard dat routinematige taken steeds meer overgenomen worden door computers en robots. Maar uit onderzoek blijkt nu dat ook banen in de dienstensector zoals finance heel kwetsbaar zijn. Door patroonherkenning, big data en robotisering, kunnen computers steeds meer complexe handelingen uitvoeren. Oxford-economen Carl Frey en Michael Osborne voorspellen bijvoorbeeld dat niet alleen telemarketeers en winkelpersoneel het onderspit delven maar ook accountants. PwC maakt van de nood een deugd en gaat wereldwijd zijn afdelingen data-analyse met totaal duizend arbeidsplaatsen uitbreiden. Met de uitbreiding anticipeert het accountantskantoor op de vele, steeds rijkere datagegevens die beschikbaar komen.
Monnik
De ‘old school’ financial die alles vanuit de financiële kolom bekijkt en volstaat met een analyse van de kwartaalcijfers ten opzichte van vorig jaar. Het is een type dat steeds zeldzamer wordt, denkt Frans Roozen (foto), hoogleraar management accounting aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. ‘Misschien zijn er nog ondernemingen waar je die financial aantreft, maar dat geldt sinds einde vorige eeuw al niet meer voor de grote ondernemingen. We hebben niet meer te maken met de starre functionele organisatie waar de leerboeken van Starreveld nog op gebaseerd zijn. De evolutie van de organisatie is leidend voor de financiële functie. Wanneer je daar als finance niet in meegaat, heb je je snel overbodig gemaakt. Organisaties hebben hun processen steeds meer end to end ingericht. Als je het proces van opdracht tot belevering bijvoorbeeld in een shared service center onderbrengt, haal je er veel schakels uit. Het betekent dat ook de accounting steeds meer geïntegreerd is. Een leverancier hoeft geen fysieke factuur meer te sturen. Stel je voor dat je dat ook aan de verkoopkant realiseert. Dan heb je uiteindelijk geen fysieke boekhouding meer nodig. Dat is bijzonder, zeshonderd jaar nadat de monnik Pacioli in Italië de dubbele boekhouding introduceerde, maakt de digitalisering daar een einde aan.’
‘Dat de boekhouding ophoudt, is niet erg. Van de kwartaalrapportages ben je af, maar niet van de analyse. Wat betekenen de cijfers? Hoe verhouden die zich tot trends in de markt? Het begrijpen van de wereld waarin een bedrijf acteert, wordt steeds belangrijker. De dynamiek is heftiger. Markten zijn tegenwoordig volatiel, onzeker en complex. Bedrijven organiseren zich internationaal maar de sales werkt juist lokaal. Daarom moet je er kort op zitten. Dat vraagt om aanvullende competenties zoals data-analytics. Ben je in staat om prijsbeleid te koppelen aan marktbewegingen? Het duiden van trends zal de komende jaren nog veel fijnmaziger worden door steeds krachtiger informatiesystemen. Ik zie dat de interesse onder postdoctorale studenten groeit om data uit verschillende bronnen te combineren en zo trends te onderzoeken. Dat ze zich erin verdiepen is hard nodig. Op dit moment wordt vooral veel externe data van markten en consumenten opgeslagen maar wordt er in de praktijk niet veel vooruitgang geboekt in de analyse daarvan. Ik verwacht dat ICT en control steeds meer naar elkaar toegroeien. Ze hebben elkaar nodig. Op dit moment heeft de gemiddelde financial nog niet veel verstand van data-analyse. IT-professionals houden zich op hun beurt vooral bezig met de interne processen. De IT-architectuur is ook heel centraal ingericht wat het lastig maakt in te spelen op lokale ontwikkelingen. De vraag is wie straks het beste in staat is om big data te analyseren: de ICT’er of de controller? Als een ICT’er dat beter kan dan een controller houdt control op te bestaan.’
Zwart-wit
Dat het doek valt over zes eeuwen boekhoudgeschiedenis, is nog maar de vraag, denkt Philip Joos, hoogleraar accounting aan de Tilburg School of Economics and Management. ‘Ik geloof niet dat de administratie zal verdwijnen. Dat het administratieve proces automatiseert, maakt niet uit. Er komen wel steeds meer realtime gegevens bij. Dat maakt het makkelijker om inschattingen te maken en de toekomst te voorspellen. Amazon past bijvoorbeeld big data toe om te voorspellen of een klant zijn bestelling gaat betalen. Daarvoor heb je informatie nodig over transacties die de klant bij andere bedrijven heeft gedaan. Die informatie zal steeds meer gedeeld worden. De controller van de toekomst is veel meer dan iemand die de boekhoudregeltjes kent. In de VS is veel discussie over het type studenten dat men daar opleidt tot masters of accounting. Met klassieke accountingopleidingen trek je studenten aan die denken dat accounting een zwart-wit stelsel is dat perfecte rapportages oplevert. Het vertrekpunt moet anders zijn. Het gaat om het begrijpen van de business. Een controller moet het bedrijf analyseren vanuit de markt. Met wat voor bedrijf heb ik te maken? Wie zijn de concurrenten? Hoe ziet het management eruit? Wat zijn hun grootste risico’s? Neem bijvoorbeeld het Volkswagen-schandaal. Volkswagen had de afgelopen jaren een veelgeprezen jaarverslag waarin prominent werd beschreven wat ze allemaal doen om hun footprint te verlagen. Een controller moet het gevaar zien dat achter dergelijke ambitieuze targets schuil gaat. Immers, wanneer alle incentives gericht zijn op het verlagen van de uitstoot van schadelijke stoffen, creëer je als organisatie een groot risico.’
Welke vaardigheden worden belangrijk? Gaan financials de boot missen als ze niet uit de voeten kunnen met big data? ‘Op het eerste gezicht zou je zeggen dat de behoefte groeit aan financials die programmering skills hebben. Die kunnen immers makkelijk datasets vergelijken. Maar die suggestie gaat ervan uit dat je alle informatie uit data haalt. Een groot probleem is dat je niet alle data hebt. Aan de hand van welke technische informatie kun je voorspellen hoe groot de verlaging van de CO2-uitstoot is? Daarvoor moet je praten met ingenieurs. Die interviewtechniek hoort niet standaard tot de bagage van een financial. Net als het vermogen om met onzekerheid en onvolledige informatie om te gaan. Begrijp mij goed, IT-vaardigheden zijn belangrijk omdat het je analytisch vermogen aanscherpt, maar de controller wordt steeds meer degene die alle processen bewaakt, een scherp oog heeft voor de verschillende stakeholders en de maatschappelijke functie. Dat vraagt om 21-st century skills.’
Slimmer
‘Grip op operationele cijfers wordt de toekomst,’ denkt Deon Nugteren, directeur van YourBC. Hij zet finance-studenten in via zijn uitzendbureau bij accountantsbureaus maar ook een incassobureau dat behoefte heeft aan econometristen klopt bij hem aan. ‘Dat incassobureau heeft een algoritme ontwikkeld op basis waarvan vorderingen worden behandeld. Sturen we eerst een factuur of bellen we direct? Een econometrist is in staat zo’n algoritme bij te stellen. Hij kan bijvoorbeeld een andere zoekopdracht formuleren en die loslaten op de data. Econometristen denken op een hoger abstractieniveau, ze kunnen bijvoorbeeld in modellen denken. Ze zijn echt een stuk slimmer. De belangrijkste rol van de controller was altijd het zichtbaar maken van de cijfers aan het management. Daarvoor hoef je straks geen Excel meer te gebruiken. Die werkzaamheden vallen weg. Om naar de toekomst te kijken, worden operationele cijfers steeds belangrijker. Die vind je in CRM- en ERP-systemen, maar net als bij financiële cijfers moet ook hier de controller checken of de operationele cijfers kloppen. De klant heeft betaald, maar als in een factuur verkeerde factuurregels staan, klopt de voorraad misschien niet meer. De salesafdeling voorspelt op basis van het aantal salesgesprekken hoeveel offertes worden gemaakt, maar hoe valide is dat getal? Daarvoor moet je interactie zoeken met de werkvloer. Een luisterend oor hebben.’
Deon Nugteren velt een hard oordeel over de beroepsgroep. ‘Ik denk niet dat de huidige financial is opgewassen tegen die nieuwe taak. De opleiding accounting & control bereid je niet voor op de praktijk. Ik heb altijd gewerkt naast mijn studie. Toen ik het vak advanced management accounting ging doen, dacht ik: mooi, nu ga ik wat opsteken. Dat viel erg tegen. Het vak draaide vooral om begrippen en sloot helemaal niet aan op de praktijk. Het zou veel meer probleemoplossend moeten zijn. Finance is niet ingewikkeld, het is gewoon een kwestie van logisch nadenken. ‘
Zuurstof
Thessa Menssen, cfo bij Koninklijke BAM Groep, schetst een harmonieus beeld van de financial van de toekomst. ‘Niemand heeft behoefte aan disruptie. Ik vind evolutie wel een mooi woord. Finance blijft een essentieel onderdeel binnen een organisatie. Niet als een eenzaam individu die zijn weg vindt in allerlei systemen. Een enkele financial maakt niet het verschil. Hoe de vorm gaat veranderen weet ik niet, misschien krijgt het een andere naam, maar er blijft binnen een organisatie altijd een finance gemeenschap. Geld is de zuurstof van ieder bedrijf. Waarom maak ik mij druk om de balans? Omdat het de continuïteit bepaalt. Ik zie de financial als een navigator. Hij staat naast de kapitein op het schip, leest de instrumenten en beoordeelt de conditie van het schip. Hoe snel is het? En drijft het nog? Ik ben om die reden een groot voorstander van integrated reporting. Cijfers over ziekteverzuim en veiligheid zeggen veel over de kwaliteit van je processen. Ik verwacht van een financial dat hij over ieder facet van de onderneming vragen stelt. Hij moet op het puntje van zijn stoel zitten. Die instelling wordt steeds belangrijker en zoeken we ook in nieuwe sollicitanten. ‘Hire for attitude’, noemen wij dat. IT-kennis is daar een onderdeel van, maar je hebt een veel bredere blik nodig. Daarom zijn teams zo belangrijk. Je hebt behoefte aan verschillende vaardigheden. Ik geloof in de kwaliteit van het team. Daarin hoeft niet iedereen voorop te lopen.’
Louis Treffers begon in 1980 als medewerker financiële administratie. Decennia later heeft hij zich ontwikkeld tot business controller. Het afleggen van die weg heeft hem een belangrijke les geleerd. ‘Er is altijd behoefte aan iemand die hoofd- en bijzaken kan onderscheiden, goede kpi’s kan formuleren. Die noodzaak neemt alleen maar toe, naarmate de technische vooruitgang steeds grotere stappen maakt. Je moet verstand hebben van de business en de wereld om je heen. Een basis als ouderwetse boekhouder is daarvoor helemaal niet verkeerd. Automatisering eist dat systemen en processen goed zijn ingericht. Ik heb ook een opleiding als Cobol programmeur gevolgd. Het voordeel daarvan is niet dat je meer van IT weet, maar dat je leert nadenken over processen. Ik heb tien jaar geleden de keuze gemaakt voor het interimschap. Als interimmer moet je voortdurend bewegen om bij te blijven. Dat maakte het makkelijker om mij tot business analist te ontwikkelen. Business analist word je door het te doen. Ik zal geen business intelligence specialist worden. Dat hoeft ook niet. Bij een nieuwe opdracht ga ik op zoek naar een BI-deskundige die de juiste informatie uit bestanden haalt. Ik kijk naar de processen. De basis moet kloppen. Hoe ziet de productieplanning er voor de komende dagen uit? Welke flexibiliteit hebben we om onze klanten te bedienen? Daar hebben bedrijven nog steeds een harde dobber aan.’
Schoenendozen
De controller heeft zijn handen vrij om zijn functie steeds strategischer in te vullen, maar hoe is dat voor de administrateur? Welke 21st century skills moet hij aanboren? ‘Ik denk dat de boekhouder een adviseur wordt’, aldus Henk Hofman, voorzitter van de BSPD, de belangenvereniging voor SPD’ers. ‘Voor de administrateur die bij een groot bedrijf werkt, is er weinig toekomst. Hetzelfde geldt voor de beroepsgroep die in dienst is bij een administratiekantoor. Als je alleen maar facturen inboekt, ben je straks niet meer nodig. Het komt niet als een verrassing. De automatiseringsgolf van laagdrempelige onlineboekhoudpakketten werd zeven jaar geleden al aangekondigd. Toch zie ik een duidelijke toegevoegde waarde. De ervaring van de administrateur is heel breed. Hij is juridisch, fiscaal maar ook bedrijfskundig onderlegd. Aan die kennis blijft behoefte, daar verandert de automatisering niets aan. De boekhoudpakketten die ondernemers gebruiken zijn in feite niet anders dan de schoenendozen waar ze voorheen hun bonnetjes in bewaarden. Het is garbage in, garbage out. Je hebt mensen nodig die het pakket snappen en het proces analyseren. Je kan het zelfs breder zien. De belastingaangifte is nu geautomatiseerd, maar mensen laten zich nog steeds bijstaan door een deskundige. De behoefte aan begeleiding bij financiële zaken wordt in de toekomst niet minder. Dat geldt voor een zojuist gestarte zzp’er maar ook voor bijvoorbeeld de burger die in de schuldsanering zit en zijn zaken op orde moet brengen. Daarvoor heb je iemand nodig met liefde voor cijfers.’
Dit artikel is eerder verschenen in Controllers Magazine 6.