
U kunt het geloven of niet, maar veel Nederlandse kantoorwerkers kijken er naar uit om na de vakantie weer aan de slag te gaan. Met name het sociale aspect speelt daarbij een belangrijke rol. Zeggen ze. Velen willen namelijk ook best graag thuiswerken, maar voelen zich daarover bezwaard, blijkt uit het onderzoek ‘Anders werken: wat vindt werkend Nederland’ van technologiebedrijf Ricoh.
Alhoewel dankzij technische ontwikkelingen het steeds makkelijker is om overal en altijd aan het werk te kunnen zijn, blijkt uit het onderzoek dat op kantoor werken de voorkeur verdient boven thuiswerken. De belangrijkste redenen? Persoonlijk kunnen overleggen met collega’s, de goede faciliteiten en alles meekrijgen van wat er speelt. Maar ook het sociale element speelt een rol. Ondanks die sociale hang naar kantoor, verlangen werknemers wel voorzieningen om het nieuwe werken aantrekkelijker te maken. Van de moderne werkgever verwachten ze dat ze zelf de werktijden kunnen bepalen dat ze beoordeeld worden op resultaten in plaats van uren en dat ze buiten de kantoormuren kunnen werken.
Zie ook: Executives hebben geen tijd voor vakantie
Kantjes er vanaf lopen
Het op kantoor willen werken hangt wellicht ook samen met het feit dat het nieuwe flexibele werken nog lang niet bij alle bedrijven een vanzelfsprekendheid is. In maar liefst 40 procent van de organisaties staat het organisatiebeleid dit niet toe, 40 procent van de kantoorwerkers voelt zich bezwaard en bijna een kwart is bang om het beeld te creëren de kantjes er vanaf te lopen. Kortom, al wordt de mogelijkheid geboden of formeel ondersteund om op een moderne manier invulling te geven aan het werk, sociale afwegingen houden ons tegen. In de zoektocht naar een juiste balans tussen werk en privé hebben werknemers duidelijke wensen: meer werken op basis van vertrouwen, aanpassingen in bedrijfscultuur, meer opleidingsmogelijkheden in middelen en tijd en betere technologische ondersteuning.
Stimuleren
Mark Boelhouwer, CEO van Ricoh Nederland: ‘Het is gezien alle technologische mogelijkheden en de duidelijke voorkeuren van medewerkers bijzonder dat we in Nederland nog terughoudend zijn in nieuwe, andere manieren van werken.’ Hij stelt dat een andere manier van werken bedrijven betere resultaten oplevert. ‘Om het maximale uit medewerkers te halen, om aantrekkelijk te blijven voor nieuwe generaties medewerkers en om concurrentievoordeel te behouden, zullen organisaties een cultuur van andere manieren van werken moeten stimuleren. Het is echter ook aan werknemers om zo’n cultuur mede vorm te geven.’