De discussie over de accountants laait op. Ze zouden geobsedeerd zijn door regels, omdat ze bang zijn voor de AFM. De angst voor de toezichthouder vindt Berry Wammes, directeur van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), begrijpelijk. ‘Als een accountant niet snapt waarom de toezichthouder een bepaalde beslissing neemt, dan klopt dat niet.
Er wringt een aantal zaken bij Berry Wammes van de NBA. Kwesties waar hij én de beroepsgroep graag duidelijkheid over zou willen. ‘We weten niet helemaal zeker of de AFM de accountantsstandaarden, die we zelf ontwikkelen, op de juiste wijze toepassen. We horen uit het veld dat mensen niet helemaal goed begrijpen waarom de AFM bepaalde dingen doet. Als een accountant fouten maakt, heeft AFM daar een oordeel over en dan ben je ook gewoon klaar. Maar je ziet ook dat er discussies zijn. We merken dat ook mensen die goed zijn ingewijd in het accountantsvak, goede professionals, het niet helemaal goed begrijpen. Dat gesprek willen we graag hebben met AFM.’
Zie ook: Accountant bang voor AFM: zinvol gesprek steeds moeilijker
Er zijn ook partijen, met name in de publieke sector, met klachten over de controledruk. ‘Of het nou door de AFM komt of door onze eigen standaarden, ze zijn heel streng. Dat leidt tot een hoop klachten bij met name gemeenten over de enorme kosten die daarmee gepaard gaan. Door de controledruk kan een bedrijf misschien genoegen nemen met wat minder winst. Toezicht en controle moeten goed op orde zijn. Bij gemeenten, waarbij alles op rechtmatigheid wordt gecontroleerd, is dat nog een graadje ingewikkelder en te belastend.’
Hoge mate van diepgang
De discussie neemt toe. Zou het kunnen dat de toezichthouder iets te scherp aan de wind zeilt? Wammes: ‘Er is een hoge mate van diepgang. Wij willen daar graag meer helderheid over, want als beroepsorganisatie begrijpen wij niet zo goed wat hier allemaal aan de hand is. We maken ons zorgen. Als een accountant niet snapt waarom de toezichthouder een bepaalde beslissing neemt, dan klopt dat niet. De accountant moet snappen of hij goed of fout bezig is. Daarom zeggen we: Beste AFM, wees daar helderder over.’
