
Jeroen Dijsselbloem laat het achterste van zijn tong zien over de bonuscultuur. De minister van Financiën kan de bonussen in het bedrijfsleven niet verkroppen en pleit voor een maximum van 20 procent. De Commissie Van Manen krijgt van Dijsselbloem ook een veeg uit de pan. ‘De commissie nauwelijks voorstellen die de topbeloningen kunnen matigen. Een gemiste kans.’
De Commissie Van Manen publiceerde eerder dit jaar haar conceptrapport voor een nieuwe zogenoemde Corporate Governance Code. Het product van Jaap van Manen en consorten is volgens minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem allerminst toereikend. ‘Dit rapport over goed bestuur gaat weliswaar in op het beloningsbeleid, maar de maatschappelijke discussie krijgt amper aandacht. De commissie doet geen morele uitspraak en doet nauwelijks voorstellen die de topbeloningen kunnen matigen en meer in verhouding brengen tot die van de werknemers in het bedrijf. Een gemiste kans,’ zegt Dijsselbloem in een opiniestuk in De Volkskrant.
Zie ook: Jaap van Manen: ‘Je moet zaken niet moeilijker maken dan ze al zijn’
De minister laakt de gedachte van de commissie dat de bonuscultuur nauwelijks gematigd zou kunnen worden. ‘Er zijn wel degelijk manieren om ook in het bedrijfsleven de beloningen meer in lijn te brengen met wat maatschappelijk te verantwoorden is. Ik geef drie voorbeelden waar de commissie aan zou kunnen denken. Bied openheid en inzicht over de beloningsverhoudingen tussen de top en werknemers in een bedrijf, zoals Amerikaanse bedrijven vanaf volgend jaar moeten doen en Britse bedrijven al doen. Bij de staatsdeelnemingen heb ik als aandeelhouder de bedrijven gevraagd ook over de interne beloningsverhoudingen te gaan rapporteren.’ Daarnaast stelt Dijsselbloem voor om de stijging van topsalarissen aan de stijging van de lonen in de cao te koppelen. Volg voor de variabele beloning voor topbestuurders het maximum van 20 procent dat inmiddels geldt in de financiële sector en bij staatsdeelnemingen.’
Topmannen verdienen meer dan honderd keer zoveel als de gemiddelde werknemer
De bewindvoerder ziet de bonussen uit de pan rijzen. ‘De beloningen aan de top daarentegen zijn al weer helemaal uit de startblokken. In 2015 stegen de topbeloningen bij Nederlandse bedrijven met 4,25 procent. Het zegt veel dat we een stijging van drie keer meer dan de cao-loonstijging van 1,4 procent als gematigd omschrijven. Sinds de jaren negentig is de gemiddelde topbeloning ten opzichte van het minimumloon meer dan verdubbeld. Zo verdienen de topmannen van bedrijven als Ahold, Heineken en Unilever meer dan honderd keer zoveel als de gemiddelde werknemer in hun bedrijf.’
‘Kritiek is terecht’
Dijsselbloem kan de bonuscultuur niet plaatsen. ‘In jaren waarin de inkomens van iedereen onder druk hebben gestaan, zijn deze ontwikkelingen niet te verantwoorden. De maatschappelijke kritiek erop is dan ook terecht. Mede als gevolg daarvan heeft het kabinet de afgelopen jaren maatregelen genomen. In de financiële sector is een wet ingevoerd die bonussen beperkt tot 20 procent.’