
De invloed van de strijd tussen Donald Trump en Hillary Clinton reikt verder dan de Amerikaanse landsgrenzen, tot zelfs de zuinige Europese CFO. De Amerikaanse collega daarentegen laat het geld vloeien, vooral als Trump gekozen wordt.
CFO’s van Europese bedrijven lijken zich weinig aan te trekken van de verkiezingsstrijd tussen Donald Trump en Hillary Clinton. Dit blijkt uit resultaten van CFO Survey Europe van TIAS en Duke University. Ruim driekwart van de Europese bedrijven zegt hun investeringsplannen (nog) niet te hebben uitgesteld vanwege de Amerikaanse presidentsverkiezingen en de onvoorspelbare uitkomst daarvan. Van deze bedrijven geeft negen op de tien aan het huidige investeringspeil te zullen handhaven als Hillary Clinton zou worden gekozen tot president.
Zie ook: Clinton versus Trump: gevolgen voor de economie
Een daadwerkelijke uitverkiezing van Donald Trump als president van de Verenigde Staten zal voor flink wat opschudding zorgen onder de CFO’s. In dat geval zal slechts 56 procent van deze bedrijven hun huidig investeringsniveau voortzetten. Ruim 40 procent geeft namelijk aan deze plannen juist uit te zullen stellen totdat er op termijn meer duidelijkheid ontstaat omtrent de concrete effecten en impact van zijn voorgenomen politiek en economisch beleid. Als Trump de opvolger van Obama wordt, zal de financieel topman dus voorzichtig met zijn beleid omspringen. Heel waarschijnlijk lijkt dit echter niet. Clinton won overtuigend het eerste debat met Trump en verplettert de zakenman in de peilingen. Als Hillary Clinton in de voetsporen van haar man treedt, wordt zij als meest stabiele kandidaat beschouwd door de Europeanen.
Amerikanen geloven in Trump
Zo’n 11 procent van de Amerikaanse CFO’s heeft juist veel vertrouwen in Trump. Zij gooien de geldkraan open en pompen extra geld in het Amerikaanse bedrijfsleven. Hooguit 4 procent van de financieel directeuren in de Verenigde Staten heeft deze plannen als Clinton het Witte Huis zou betreden.
Trump tycoon
Kees Koedijk, decaan en directeur van TIAS Business School, merkt ook dat de Amerikaanse CFO vatbaarder is voor de zakenman Donald Trump. ‘Hier zien we dat zich een duidelijk contrast aftekent tussen de Europese CFO, die zich meer lijkt te kunnen vinden in de economische en politieke agenda van Clinton, en de Amerikaanse CFO die het bedrijfsbelang wellicht meer gediend ziet door Trumps beleidsplannen. Mogelijk draagt Trumps aanhoudende en vaak controversiële retoriek, waarin hij onder andere het belang van de Verenigde Staten boven dat van alle anderen stelt, bij aan het Europese beeld van een relatief meer gematigde en voorspelbare Clinton.’