
De controlerend accountant is een “hygiënefactor” voor behoorlijk bestuur, stelt Pheijffer. ‘Dus moet hij zich niet laten manoeuvreren in de rol van rechterhand van het bestuur.’
Marcel Pheijffer, hoogleraar accountancy aan de universiteit van Nyenrode en Leiden reageert op het feit dat een aantal ondernemers niet blij is met de rol van de accountant. De overall klacht: ze zijn te veel bezig met regels en dossiervorming. Zoals Jumbo’s CFO Ton van Ven zei: ‘Je kan bijna geen zinvol gesprek meer voeren met je accountant als hij verstrikt zit in regels en bij elke kwestie eerst met zijn achterban moet overleggen.’ President-directeur van Schiphol Jos Nijhuis had het over een vernauwde focus op de pure controle. ‘Zo vernauwd dat accountants de grote lijn uit het oog verliezen en daardoor minder waard zijn als gesprekspartner.’
Zie ook: Accountant bang voor AFM: zinvol gesprek steeds moeilijker
Pheijffer stelt dat bestuurders met een dergelijke opstelling zich met hun rug keren naar een verleden van boekhoudschandalen en accountantsfalen. Ze nemen de lessen die daaruit zijn getrokken niet ter harte. ‘De reacties van deze bestuurders doen je afvragen hoe lang zij in “een grot” hebben geleefd.’ Voor behoorlijk bestuur is de controlerend accountant een “hygiënefactor”, stelt de hoogleraar. ‘En dat is de accountant niet als deze zich laat manoeuvreren in de rol van rechterhand van het bestuur. Er dient afstand te zijn tussen controlerend accountant en cliënt.’
Voor de bestuurders die klagen over de rol van hun accountant heeft Pheijffer nog wel een advies. ‘Sommige zijn blijkbaar meer op zoek naar een sparringpartner en adviseur. Prima dat ze die nodig hebben. Daartoe kunnen ze terecht bij de vele advieskantoren, maar niet bij hun accountant.’