
Prof.dr. Jan de Vuijst, als hoogleraar verbonden aan de Masterclass Leiderschap van TIAS Business School, twijfelt aan de kracht van begrippen als ‘integriteit’ en ‘leiderschap’. Als mens proberen we er een, al niet holle, betekenis aan te geven. ‘We weten gewoon niet wat het is, al weten we er heel veel over.’
Leiderschap. Jan de Vuijst wordt moe van de term. De nonchalance waarmee met het begrip wordt omgegaan, bekruipt hem. ‘Ik hoorde pas over een secretariaat, waar niet hard werd gewerkt, zeggen dat er meer behoefte was aan ‘leiderschap’. Ik kom zo nu en dan klanten tegen die ‘dienend leiderschap’ gebruiken als excuus om geen leiding meer te hoeven geven. Aan ‘leiderschap’ kunnen zoveel betekenissen gegeven worden dat het niet veel meer betekent. We weten gewoon niet wat het is, al weten we er heel veel over.’
Zie ook: Leiderschap in 4 citaten: kan de CFO betekenis geven?
Leiderschap is volgens de TIAS-hoogleraar net zo’n term als ‘openheid’, ‘integriteit’ of ‘respect voor de klant’: weinigzeggend. ‘Ik ken niet één organisatie die niet van zichzelf zegt dat ze integer is. Maar wat dat betekent hangt helemaal van de cultuur van die organisatie af,’ zegt De Vuijst. ‘In sommige organisaties is het integer om een collega te dekken wanneer die iets op zijn kerfstok heeft. Iemand die daartegenin gaat is een matennaaier. Dat wil zeggen: niet betrouwbaar, niet integer. Het elkaar dekken kan overigens misdadige vormen aannemen, denk aan de katholieke kerk en het afdekken van kindermisbruik. Door tegen het systeem en de afspraken in te gaan betoont hij zich onbetrouwbaar, niet integer.’
Strijdlustige vaandeldragers der integriteit
Het heersende beeld dat een gebrek aan integriteit bestreden moet worden, is een strijd die beslecht wordt als een stel gladiatoren. ‘Als het beeld van een organisatie is dat de wereld een arena is, waar alles dat de moeite waard is bevochten moet worden, vertoont de organisatie vechtgedrag. Als een organisatie ervan uitgaat dat de hele wereld een potentiële chaos is die bedwongen moet worden door regels en afspraken, vertoont de organisatie bureaucratisch gedrag. Als het wereldbeeld is dat de wereld één groot universum van mooie kansen is die verzilverd moeten worden, vertoont de organisatie competitief gedrag,’ aldus de hoogleraar.
Integer sbaoteren
Om een groep bureaucraten ondernemend te krijgen wordt er volgens De Vuijst een heuse ‘kansenjager’ over hen aangesteld. Dat leidt volgens hem onherroepelijk tot sabotage. ‘Om een groep zorgzame vergaderaars op snelheid te krijgen wordt een vechtjas aangesteld: de tent loopt leeg. Om te benauwend familiegedrag tegen te gaan wordt een herder aangesteld: hij wordt verslonden. Veel leiderschapsfalen is een gevolg van slechte casting, waar de organisatie als geheel minstens zoveel schuld aan heeft als de direct betrokkenen. Eerst serieus naar de cultuur kijken, die met respect bejegenen, en dan pas kijken wie daar leiding kan geven.’