
Recente economische indicatoren schetsen een onverwacht en zeer verwarrend beeld. Wat moeten beleidsmakers en beleggers hiermee? ABN AMRO vindt het belangrijk om de ruis eruit te ziften. Door de verwarring die de nieuwste cijfers wellicht veroorzaken bij beleidsmakers, zullen zij ongetwijfeld de situatie even willen aanzien voordat ze overgaan tot zeer drastische maatregelen.
De heersende opinie ten aanzien van Brexit is dat de uitkomst van het referendum een vertrouwensschok heeft veroorzaakt. Die zet de bestedingen door consumenten en bedrijven onder druk. Daarnaast zorgt Brexit voor onzekerheid, wat de bedrijfsinvesteringen op middellange termijn beperkt. Dit heeft dus ook negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid en vervolgens voor de inkomens en de groei van de consumentenbestedingen.
Over het algemeen wordt dan ook verwacht dat de Britse economie door het Brexit-besluit binnenkort in een recessie belandt. De eerste vertrouwenscijfers na het referendum leken deze visie te bevestigen. De inkoopmanagersindex (PMI) voor het Verenigd Koninkrijk tuimelde van een gezonde 52,2 in juni naar een op een recessie wijzend niveau van 48,3 in juli. Ook het consumentenvertrouwen verslechterde in juli scherp: van -1 in juni naar -12 in juli. Desondanks ontwikkelden de detailhandelsverkopen zich in juli juist erg sterk. Maar dat was misschien tijdelijk en gerelateerd aan het weer.
Kortstondige oplevingen?
De indicatoren hebben zich in augustus heel verrassend ontwikkeld. Het ondernemersvertrouwen in de verwerkende industrie heeft zich ruimschoots hersteld van de daling in juli en steeg naar 53,3. Het hoogste niveau sinds oktober vorig jaar. Ook het consumentenvertrouwen veerde op, zij het iets minder overtuigend naar -7. Hiermee is de terugval in juli voor ongeveer de helft goedgemaakt.
Het is mogelijk dat dit allemaal kortstondige oplevingen zijn. Voor ABN AMRO is er nog te weinig bewijs om haar mening -dat we op korte termijn met een kortstondige recessie te maken krijgen- te herzien. Volgens Markit, de organisatie die de PMI-cijfers verzamelt, heeft nog een verklaring voor de positievere inschatting van de ordersituatie door bedrijven. Die zou vooral toe te schrijven zijn aan de verzwakking van het pond sinds het Brexit-referendum. En dat lijkt wel logisch. Als de goede cijfers van augustus in de komende maanden op peil blijven, moet de sombere kortetermijnprognose voor de Britse conjunctuur worden herzien.
De index voor het economisch sentiment in de eurozone die wordt gepubliceerd door de Europese Commissie, is in augustus iets verslechterd, naar 103,5 tegenover 104,5 in juli. Dit kan voor een deel terug te voeren zijn op een Brexit-effect, maar op het huidige niveau wijst de index nog steeds op een bescheiden groei.
Sterke daling Nederlands ondernemersvertrouwen
De sterke daling van het Nederlandse ondernemersvertrouwen in augustus (volgens het CBS) kwam als een verrassing. Nederland heeft een relatief sterke handelsrelatie met het Verenigd Koninkrijk. De daling van het ondernemersvertrouwen in augustus kan een vertraagde reactie zijn. En wel op de daling van het ondernemersvertrouwen in het VK in juli. Als dat zo is, veert het vertrouwen volgende maand misschien ook weer op, zoals ook in het VK is gebeurd.
Maar het is ook mogelijk dat de daling van het Nederlandse ondernemersvertrouwen voortkomt uit de daling van het Britse pond sinds het Brexit-besluit. Voorlopig gaat ABN AMRO uit van het eerste. Een andere index voor het ondernemersvertrouwen, de index die wordt samengesteld door NEVI, toont een volledig tegengestelde ontwikkeling. Deze index kwam in augustus juist hoger uit, op het op één na hoogste niveau van dit jaar. Dit kwam doordat ondernemingen goede orderontvangsten meldden.
Lees ook over de daling van de ISM-index in Amerika en de stand van de conjunctuur en IT in de Macro Weekly op ABN AMRO Insights