
Rabobank verlaagt de ramingen voor de economische groei en maakt zich zorgen over de inflatie. Ze nemen zelfs het woord schulddeflatiespiraal in de mond.
De Nederlandse economie zal in 2016 in reële termen naar verwachting van de Rabobank groeien met 1,75 procent en in 2017 met 1,50 procent. Dat is respectievelijk een kwart en een half procent lager dan eerdere ramingen van de bank. ‘Vooral het gevolg van een groeivertraging in de voor Nederland belangrijke handelspartners. De verwachte terugval van de economische groei in het Verenigd Koninkrijk raakt daarbij de Nederlandse exportsector relatief hard. De binnenlandse ontwikkelingen zien er daarmee vergeleken vooralsnog relatief goed uit’, meldt de bank.
Zie ook: Econoom ABN AMRO: ‘Negatieve inflatie is van korte duur’
De Rabobank houdt overigens rekening met meer economische tegenvallers. ‘Vooral de geopolitieke onzekerheden kunnen de economische groei in ons land schaden. Ook binnenlands zijn er nog onzekerheden. De door de lage rente verder gedaalde dekkingsgraden van pensioenfondsen maken het waarschijnlijk dat pensioenen in 2017 verder worden gekort. Ook brengen de verkiezingen van maart volgend jaar economische onzekerheden met zich mee. Daar staat tegenover dat de ruimte voor consumenten om meer geld uit te geven inmiddels gemiddeld groter is dan in de afgelopen jaren. Of ze ook daadwerkelijk dat geld uitgeven, blijft daarbij echter nog wel de vraag gezien het hoge niveau van de private schulden.’
Export hard geraakt
Bedroeg de groei van het uitvoervolume in 2015 nog 5 procent, dit en volgend jaar valt deze terug tot slechts 2,75 procent. De Rabobank: ‘Dit heeft alles te maken met een groeivertraging in de voor Nederland belangrijke handelspartners. Het Verenigd Koninkrijk ziet zijn groei dit en vooral volgend jaar sterk terugvallen door de uitslag van het Brexit-referendum. Ook de economische groei in de Verenigde staten ligt in 2016 en 2017 sterk lager dan in de jaren ervoor. Tegelijkertijd is de waarde van euro ten opzichte van andere valuta een stuk hoger dan in vorige jaren, waardoor de Nederlandse exportsector niet meer hoeft te rekenen op een positieve impuls door een relatief gunstige ontwikkeling van de concurrentenprijzen.’
Consumptievolume
Sinds 2015 draagt het consumptievolume van huishoudens voor het eerst sinds de crisis weer echt bij aan de economische groei. De huishoudconsumptie groeide vorig jaar met 1,75 procent. De belangrijkste reden hiervoor is de sterke stijging van het reëel beschikbare inkomen van huishoudens. Desondanks blijven huishoudens voorzichtig, gezien het feit dat de private schulden in Nederland nog steeds relatief hoog zijn en veel huishoudens nog een hypotheek hebben die hoger is dan de waarde van hun woning. Veel huiseigenaren gebruiken dan ook een deel van de besparingen om extra af te lossen op hun hypotheek.
Lage inflatie zorgwekkend
De Nederlandse inflatie is al lange tijd opvallend laag. In juli was er, gemeten volgens de Europese HICP-maatstaf, sprake van deflatie van 0,6 procent, dicht bij het laagste niveau ooit met deze maatstaf gemeten. Deflatie of lage inflatie is gunstig voor het reëel besteedbare inkomen van huishoudens, omdat de lonen hierdoor beduidend hoger liggend dan de inflatie. Toch is het huidige lage inflatieniveau volgens de Rabobank eerder reden tot zorg.
Dat de prijzen nu dalen ondanks stevige monetaire verruiming doet namelijk vermoeden dat er structurele problemen zijn met de Nederlandse effectieve vraag. De lage inflatie is dan ook breed gedragen, wat wordt bevestigd door de kerninflatie (exclusief huur), die al maanden rond de nul procent beweegt. Een verklaring voor de lage effectieve vraag in Nederland kan zijn dat er nog steeds balansproblemen zijn in delen van de Nederlandse economie: zoals eerder vermeld is de private bruto schuld hoog en staan veel huishoudens nog onder water. De stijgende huizenprijzen zorgen daarbij voor wat verlichting. Maar doordat nu juist een ander deel van de huishoudensbalans in de problemen is gekomen, namelijk de pensioenreserves, blijft een spaarmotief, zelfs bij lage rente, nog steeds logisch.
Schulddeflatiespiraal?
Bij balansproblemen zijn dalende prijzen extra zorgwekkend omdat de kans bestaat op een schulddeflatiespiraal: de resulterende lagere prijzen leiden tot hogere reële schulden, waardoor huishoudens nog minder zullen uitgeven en de prijzen nog verder dalen. Vooralsnog verwacht de Rabobank een dergelijk scenario van een schuldprijsspiraal echter nog niet. In de komende kwartalen zal het negatieve effect van de energieprijzen uit de inflatie lopen, wat een opwaarts effect heeft op het inflatietempo. Voor dit jaar gaat de bank uit van een gemiddelde inflatie van nul procent, in 2017 loopt deze op naar 1 procent.