
Veel kleinere accountantskantoren in Nederland hebben moeite met de regelgeving. De kantoren lijken voornamelijk onbekend te zijn met de eisen van een controlevergunning.
Hooguit 36 procent van de accountantskantoren met een wettelijke controlevergunning voor niet-beursgenoteerde ondernemingen voldoet aan de normen voor de wettelijke controle. Uit onderzoek van de Raad voor Toezicht van beroepsorganisatie NBA blijkt dat kantoren vaak niet eens bekend zijn met alle eisen die komen kijken bij het hebben van een controlevergunning.
Zie ook: NBA over bestuursverslag: ‘Er wordt meer verwacht van controlewerkzaamheden van accountant’
Het gaat om instellingen die de jaarrekeningen controleren van niet-beursgenoteerde bedrijven. Van de 83 nageplozen kantoren hadden er 53 hun zaken niet goed op orde. Hiervan vertonen 8 kantoren ‘ernstige gebreken’. Deze dossiers zijn overgedragen aan toezichthouder AFM. De overige 45 kantoren krijgen nog de kans om een verbeterplan op te stellen. Kantoren hebben geen goed handboek waarin staat hoe de kwaliteit van de controles wordt gewaarborgd. Ook merkte de Raad dat de benodigde beroepsaansprakelijkheidsverzekering soms niet goed is geregeld.
Verbeteringen realiseren
NBA-voorzitter Pieter Jongstra geeft aan bezorgd te zijn over de uitkomst van de toetsingen. ‘Daarom willen we via een tweeledige aanpak verbetering bewerkstelligen. Enerzijds zal de Raad voor Toezicht door hertoetsing van kantoren die niet aan de norm voldeden op korte termijn verbetering stimuleren. Anderzijds gaan we als sector onverminderd door met de invoering van de maatregelen uit ‘In het Publiek Belang’. Dit moet leiden tot een structurele verbetering van de kwaliteit en de cultuur. Omdat het hier om fundamentele veranderingen gaat hebben wij vanaf de invoering van de maatregelen van ‘In het Publiek Belang’ aangegeven dat wij 3 tot 4 jaar nodig hebben om de verbeteringen te realiseren.’