
De auditcommissie moet er beter op toezien dat de werkzaamheden van de internal auditor en externe accountant op elkaar worden afgestemd, blijkt uit het rapport ‘Bondgenoten in Governance 2.0’.
Het Instituut van Internal Auditors (IIA) en de Ledengroep Interne en Overheidsaccountants van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA LIO) hebben gezamenlijk onderzoek gedaan naar de relatie tussen de internal auditor, externe accountant en auditcommissie. In het rapport staat dat de auditcommissie in 40 procent van de gevallen niet toeziet dat de werkzaamheden van de interne auditor en accountant op elkaar worden afgestemd. ‘Ondanks dat die twee daar natuurlijk zelf een belangrijke rol in vervullen, kan dit beter.’
Nieuwe benadering nodig
Naar aanleiding van het voorstel tot herziening van de Nederlandse Corporate Governance Code (de Code) dient de complementariteit en samenwerking tussen de interne en externe controleur een nieuwe benadering te krijgen. ‘De vraag die beantwoord moet worden, is waar de twee elkaar treffen en aanvullen in het totaalveld van assurance geven over financiële en niet-financiële informatie. In een goed gebalanceerde en gestructureerde corporate governance zijn ze op elkaar aangewezen en is de auditcommissie gebaat bij een sterke, maar vooral complementaire interne auditor en externe accountant.’
Handschoen kan niet nog iedereen oppakken
Andere belangrijke aanbeveling in ‘Bondgenoten in Governance 2.0’ heeft te maken met het toenemende belang van cultuur en gedrag (soft controls) als onderdeel van de governance van organisaties. Nu de raden van bestuur zich hierover in de bestuursverklaring moeten verantwoorden, zal de auditcommissie hierop gaan toezien en de aanpak van soft control audits dienen te bespreken met de chief audit executive (CAE). Dat gaat niet zonder slag of stoot, zo blijkt. ‘Want uit verdiepende gesprekken tijdens het onderzoek blijkt dat nog niet alle interne auditors op dit moment in staat zijn om deze handschoen op te pakken. Het IIA en de NBA gaan leden op dit gebied dan ook extra ondersteunen.’
Verder is het de taak van de auditcommissie om het bestuur aan te spreken op het belang van het hebben van een adequate interne auditing. ‘De auditcommissie dient het vangnet te zijn voor het onafhankelijk optreden van de internal auditors. Maar de commissie moet ook toezien op de kwaliteit van hen, onder andere door betrokken te zijn bij het functieprofiel en de werving en beoordeling van de CAE.