
Nederland heeft de meest concurrerende economie van de Europese Unie. De concurrentiepositie behoedt ons land echter niet voor een uittocht van unicorns. ‘Onze plaats op het lijstje met unicorns lijkt niet in verhouding te staan tot de ambitie van Nederland als start-upland.’
Ilja Linnemeijer, technologie-expert van PwC, ziet jonge, talentvolle bedrijven de vleugels uitslaan richting het buitenland. Dat noemt hij spijtig, met name vanwege de sterke economische positie van Nederland. ‘Nederland staat hoog op allerlei lijstjes. Zo behoort ons land tot de twintig rijkste en vijf meest concurrerende landen ter wereld. Maar onze plaats op het lijstje met unicorns lijkt niet in verhouding te staan tot de ambitie van Nederland als start-upland. Dat betekent dat we de economische potentie van jonge bedrijven – in de vorm van meer werkgelegenheid, kennis en welvaart – niet benutten. Dat is jammer.’
Zie ook: ‘Investeerders tonen in 2016 realisme in plaats van optimisme’
Het is volgens Linnemeijer onnozel om te denken dat de investeringsdrift alleen overzees plaatsvindt. ‘We kijken likkebaardend naar de ontwikkelde investeerdersgemeenschap in de VS. Daarmee doen we het Nederlandse investeringsklimaat te kort. Veel start-ups zijn echter niet in staat een schalingsplan te maken met een kapitaalsbehoefte die aansluit bij de wensen van Nederlandse investeerders. Degene die wel zo’n schalingsplan hebben, trekken vaak ook meteen aandacht van buitenlandse investeerders. Met als gevolg dat potentiële unicorns ervoor kiezen hun vleugels buiten onze landsgrenzen uit te slaan en daardoor nog maar in beperkte mate of geheel niet meer bijdragen aan de Nederlandse economie.’