
De voorgestelde reparatie van de bedrijfsopvolgingsregeling is volgens het Register Belastingadviseurs niet meer dan een manier om extra belasting te innen. ‘De wetgever gaat er met deze reparatie zonder meer van uit dat als consolidatie over de aandelen niet mogelijk is.’
De voorgestelde ‘reparatie’ voor de bedrijfsopvolgingsregeling in de successiewet en de inkomstenbelasting zijn naar de mening van het Register Belastingadviseurs (RB) geen ‘reparatie’ maar een verkapte manier om belasting te heffen. ‘De Hoge Raad heeft eerder duidelijk aangegeven dat de bedrijfsopvolgingsregelingen ook geldt voor kleine belangen. De wetgever gaat er met deze reparatie zonder meer van uit dat als consolidatie over de aandelen niet mogelijk is, het belang in de dochter per definitie beleggingsvermogen vormt. Dit is naar onze mening te kort door de bocht geredeneerd.’
Zie ook: ‘Mislukte bedrijfsovernames dempen herstel’
Door de voorgestelde wetswijziging kunnen ook preferente aandelen alleen via de toerekening van bezittingen en schulden aan de holding toegang tot de bedrijfsopvolgingsfaciliteit hebben.
Naar de mening van het RB is er door deze wetswijziging sprake van ‘overkill’ omdat kleine belangen die volgens de Hoge Raad en fiscaal juist wel als ondernemingsvermogen zijn aan te merken niettemin van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit zullen zijn uitgesloten.
Successiewet 1956
In het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2016 is een reparatie opgenomen van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 en de doorschuifregeling in de IB. Het doel is om met ingang van 1 juli 2016 beide faciliteiten niet meer van toepassing te laten zijn op indirecte belangen in lichamen die een onderneming drijven (en die behoren tot het ondernemingsvermogen van de holding door vermogensetikettering) doch die kleiner zijn dan 5 procent of waarin geen indirect aanmerkelijk belang wordt gehouden.