
Big data geldt al tijden als dé revolutie in het bedrijfsleven, maar het gebruik van de datagoudmijn is ronduit teleurstellend te noemen. Dat is echter niet zonder reden.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakt maar een klein van de Nederlandse bedrijven gebruik van big data-analyses. Van de bedrijven met minstens 10 werknemers voerde een op de vijf in 2015 analyses uit op big data. De helft van deze bedrijven liet ten minste een deel van dit werk uitvoeren door een ander bedrijf. Van de bedrijven met 10 tot 20 werkzame personen analyseert 15 procent big data. Het percentage neemt drastisch toe bij bedrijven met 500 of meer werknemers. Daar is het aandeel met 42 procent bijna drie keer zo groot.
Het matige gebruik is spijtig, maar niet onverklaarbaar.
Redenen voor big data-onmacht
De aard van het beestje
Oude gewoontes zijn moeilijk af te leren. De meeste managers zijn nog steeds niet geïnteresseerd in iets anders dan doorsnee statusrapporten. Het is alsof ze geconditioneerd zijn om alleen te willen weten hoe goed ze het momenteel doen, niet waar ze vandaan kwamen of wat de volgende bestemming moet zijn. Het doorbreken van deze comfort zone zal niet gemakkelijk zijn, dat is verandering omarmen nooit . Maar er moet een mindshift plaatsvinden.
Je weet niet wat je niet weet
Het is moeilijk om analyses volledig te omarmen als u niet zeker bent hoe uw organisatie ervan profiteert. Dat staat nog in de kinderschoenen. Tal van bedrijven, en wetenschappers, zijn nog aan het leren hoe de waarde analyses gecommuniceerd moet worden.
Analyses zijn niet voor iedereen
Een oude aanpak upgraden is simpel als de weg vooruit ook simpel en ongecompliceerd is. Bij analyses is dat niet vaak het geval. De aanpassing ervan wordt vaak gezien als te ingewikkeld en tijdrovend. Als er te veel energie in gepompt moet worden, druipen managers af.
Als deze hindernissen weggeruimd zijn, is er nog meer werk dat verzet moet worden. Hoogleraar Big Data Ecosystems Sander Klous pleit voor een organisatie die op big data ingericht is. ‘De winnaar is niet degene die de controle heeft over de fysieke resources maar degene die afstemming van vraag en aanbod goed orkestreert op individueel niveau.’