
Zakelijke professionals zien Amsterdam uitgroeien tot het zakendistrict van Europa, voor Londen en Brussel. Dat blijkt uit onderzoek van Regus, marktleider op het gebied van flexibele werkplekken.
Gevraagd naar de verwachtingen rondom Amsterdam, geeft de helft van de Nederlandse zakelijke professionals aan dat ze deze stad in de toekomst als hét financiële centrum van Europa zien. De stad beschikt over de juiste capaciteiten en een aantal financiële bedrijven met een voorbeeldfunctie is hier inmiddels gevestigd. Om uit te kunnen groeien tot het financiële centrum van Europa vindt ruim een derde van de respondenten het wel noodzakelijk dat landelijke en regionale overheden investeringen moeten doen om dit te realiseren.
Zie ook: Studenten en hoteliers helpen kantoormarkt naar historisch hoge beleggingsactiviteit
Patrick Bakker, CEO Central Europe bij Regus: ‘De aantrekkingskracht van Amsterdam blijft groot. Dit onderzoek onderstreept de wens en verwachtingen die wij om ons heen zien bij veel grote bedrijven, maar ook van creatieve startups. Er liggen veel zakelijke kansen in de hoofdstad die we gezamenlijk kunnen verwezenlijken.’ Regus Nederland zag in Amsterdam de vraag naar flexibele kantoorruimte verdubbelen in de afgelopen twee jaar.
Zes op de tien zakelijke professionals in Nederland is van mening dat Amsterdam bij uitstek de stad is om als fashion-merk gevestigd te zijn. Daarbij is het volgens 40 procent ook essentieel om als bedrijf in de creatieve industrie in Amsterdam een vestiging te hebben. Voor grotere bedrijven in de financiële sector geldt dat minstens vier op de tien denkt dat het belangrijk is om in Amsterdam kantoor te houden. Opvallend is dat voor grotere bedrijven die producten ontwikkelen en/of onderzoek doen binnen de medische wereld, 41 procent het niet belangrijk vindt dat zij in Amsterdam gevestigd zijn.
Concurrentie
Zakelijke professionals in Nederland zien vooral Londen en Brussel als grootste concurrenten voor Amsterdam als belangrijk zakendistrict van Europa. Opvallend is dat de respondenten opkomende en gevestigde steden als Parijs, Berlijn en Rotterdam niet zozeer als harde concurrentie zien.