
In het geweld op de bierwereld van Heineken, Inbev en SabMiller is Bavaria maar een kleine speler. Maar wel één die het, na de overname van Palm, ook wil gaan maken op de snelgroeiende markt van speciaalbieren. ‘We zien overduidelijk kansen.’
Bierdrinkers nemen niet zo snel meer genoegen met een glas normaal pils. Speciaalbier in allerlei soorten en maten is in trek. Kleine, lokale brouwerijen maken die ambachtelijke speciaalbieren. België is er dé exponent van met merken zoals Karmeliet, Kwak, Deus, Palm, Duvel en de Koninck. Op de markt van Belgische speciaalbieren is dan ook een consolidatieslag gaande. Grote brouwerijen zoals Duvel Moortgat, Carlsberg, Heineken en AB Inbev hebben sinds 2006 allemaal hun ogen laten vallen op één van de gespecialiseerde bierhuizen. Bavaria dus ook.
Zie ook: ‘Oerlemans en voormalig CFO Eyeworks willen grote overname in tv-land realiseren’
Met de aankoop van de Belgische brouwerijgroep Palm deed Bavaria in mei zijn eerste grote overname. Naar verluidt de eerste in een reeks die de brouwer uit Lieshout moet helpen om de omzet in 2020 te laten verdubbelen naar 1 miljard euro. Met Palm krijgen de Brabanders twee brouwerijen en zeven biermerken in handen: Palm, Cornet, Estaminet, Steenbrugge, Brugge Tripel, Rodenbach en Arthur’s Legacy. Bavaria nam in mei 60 procent van de aandelen over. De rest staat gepland voor overname in 2021. Executive Finance spreekt CEO Jan-Renier Swinkels en CFO Frank Swinkels over de ratio achter de overname.
Analisten noemden het een logische en sterke overname. Waarom?
Frank Swinkels: ‘Er lag al een plan bij Palm. Een groeiplan waarbij de ebitda van 10 procent in 2015 zou groeien naar 20 procent van de omzet in 2020. De omzet moet in die tijd toenemen van 53 miljoen naar 70 miljoen. Met de overname willen we dat groeiplan versterken, versnellen en overtreffen. Het idee daarbij is dat we ons internationale distributienetwerk in 120 landen inzetten om de speciaalbieren in het buitenland aan de man te brengen. We zien overduidelijk kansen voor de Palm-bieren in de rest van West-Europa. En in de Verenigde Staten zien we goede mogelijkheden voor Rodenbach. In de twee kustgebieden van Amerika wordt veel speciaalbier gedronken. Daar concentreren we ons dan ook op.’
Jullie willen met Bavaria naar 1 miljard omzet in 2020. Hoe reëel is dat?
Jan-Renier Swinkels: ‘Heel reëel. En onderbouwd. We willen van 550 miljoen euro naar 1 miljard euro. Dat kun je voor een deel met overnames doen. Daar hebben we met Palm nu een stap in gezet, maar daar willen we ook nog stappen zetten. Dat is ongeveer een derde van de groei die we willen bewerkstelligen. Een andere derde komt uit autonome groei. Het derde deel moet komen van green field development. We hebben in dat licht bijvoorbeeld in Ethiopië een brouwerij opgebouwd. Ook daar willen we verder aan werken. Het is dus een derde, een derde, een derde. Dat is een strategie, maar je weet nu al dat je nooit exact op die 1 miljard komt. Maar het is wel de richting. Dit is het eerste jaar van de strategie en voor dit jaar hebben we op de drie gebieden een vinkje kunnen zetten. We liggen op schema.’
Hoe legden jullie de contacten met Palm?
Frank Swinkels: ‘Dat was spannend. In oktober 2015 zijn we samen op stap gegaan naar België. Op bezoek bij Jan Toye, bestuursvoorzitter van Palm. We waren nerveus. Het is alsof je aan een meisje vraagt of ze verliefd op je is. Na de koetjes en kalfjes en het doornemen van de stand van zaken in de bierwereld, moest het hoge woord eruit. We willen je overnemen. Toen mochten we nog net ons kopje thee opdrinken, voordat we buiten stonden.’
Jan-Renier Swinkels: ‘Dat was begrijpelijk. Hoe zou je zelf reageren? Wij hadden het gevoel dat we een blauwtje gelopen hadden. Maar we hoopten dat ze ergens nog wel interesse zouden hebben. Gelukkig bleek dat later. In januari kregen we een e-mail. Ze hadden ons gesprek laten bezinken, vonden het toch interessant en snapten ook de spanning bij ons. Wellicht hadden we tijd om het gesprek van toen te evalueren….’
Waarom ging Toye toch overstag?
Jan-Renier Swinkels: ‘De trigger was dat we een familiebedrijf zijn. Bij een overname zouden de waarden van twee Brabantse families terugkomen. Als hij het aan Bavaria zou verkopen, zou zijn heritage, alles wat hij heeft opgebouwd, in goede handen komen. Dat gevoel was er. Daarbij kwam dat Jan Toye geen opvolging heeft. Aan het begin van dit jaar waren we echt in gesprek. Op een maandagmiddag hebben we bij een lunch bij hem thuis de handtekeningen gezet. Dinsdagochtend hebben we eerst de familie ingelicht, toen de ondernemingsraad en toen het personeel.’
Hoe voorkom je tijdens onderhandelingen dat je te verliefd wordt?
Jan-Renier Swinkels: ‘Daar zat een gevaar. Als je in de brouwerij in Roeselare bent waar Rodenbach wordt gemaakt, is het gewoonweg genieten. Je kijkt je ogen uit. Al het bier wordt er nog gelagerd in eikenhouten voeders. Waar gebeurt dat nog? Daar zit een uniek bierproces achter. Maar door dat alles moet je je niet laten leiden. Je moet tijdens onderhandelingen soms het risico nemen om weg te lopen. Kansen komen vaker voorbij. Net zoals er ieder uur wel een bus komt.’
Waarom neemt Bavaria pas in 2021 de rest van de aandelen over?
Frank Swinkels: ‘Je moet Belgen en Nederlanders de tijd gunnen om met elkaar samen te werken. Dat wordt bemoeilijkt als er meteen een Nederlandse hoofddirectie zit. Er blijft een Belgische vennootschap met een Belgische directie. Jan Renier, Jan Toye en ik worden toezichthouder.’
Zitten jullie in de pauzestand na deze overname of volgt er meer?
Frank Swinkels: ‘We willen de mensen in Steenhuffel en in Lieshout de kans geven om op adem te komen. Maar daarna gaan we weer door. We zijn nog niet klaar.’