
Mede door de Maxmania is de Formule 1 in Nederland momenteel razend populair. Waarom presteren de talentvolle coureur en zijn team zo goed? En wat kunnen ondernemingen hiervan opsteken? Erik van der Meijden, CEO van Exact, de persoonlijke sponsor van Max Verstappen, over de parallellen tussen het bedrijfsleven en de Formule 1. ‘Sturingsinformatie is essentieel, maar data komen niet vanzelf in actie.’
Data en techniek zijn van groot belang in de Formule 1, maar ook voor bedrijven, weet Erik van der Meijden. Hij is CEO van Exact, producent van bedrijfssoftware voor het mkb, en heeft recht van spreken. Exact is persoonlijk sponsor van de Verstappens – vroeger van Jos en sinds vorig jaar van zoon Max. In die hoedanigheid krijgt hij regelmatig een kijkje in de keuken. Zo was hij dit seizoen onder meer op Monza, bij de Grand Prix van Italië, en in het Britse Milton Keynes, de thuisbasis van het Red Bull-team. Spannend, maar vooral ook leerzaam, vindt de 56-jarige bestuursvoorzitter. Want de parallellen tussen de Formule 1 en het bedrijfsleven zijn groot.
Zie ook: Wat doet Max Verstappen als hij wolken aan de hemel ziet?
Sturingsinformatie is essentieel
Ambitie, dat is volgens de bestuursvoorzitter van het softwarehuis alvast één parallel. ‘Verstappen, maar ook veel bedrijven, waaronder Exact, gaan voor het allerhoogste. Verstappen wil wereldkampioen worden, als het even kan de jongste ooit. Wij streven naar een plaats bij de mondiale top 3. Om wereldwijd naamsbekendheid te verwerven is de Formule 1 met liefst 3 miljard fans het ideale podium. Vandaar dat wij graag met Max samenwerken.’ Nog pregnanter: de analogie op het gebied van techniek en datagebruik. ‘Zowel voor de Formule 1 als voor veel bedrijven geldt dat ze door continu verbeteringen aan te brengen, de beste willen zijn. Daarbij zijn sturingsinformatie en technische innovaties essentieel’, weet de Exact-CEO.
In een ‘vorig leven’ was Van der Meijden directeur van Compaq Nederland. Dit ICT-bedrijf was rond de millenniumwisseling sponsor van het Formule 1-raceteam van BMW-Williams. Ook toen bezocht hij regelmatig een Grand Prix. De snelle en ingrijpende veranderingen op het gebied van technologie en datagebruik in de tussenliggende periode hebben hem verrast. ‘De Formule 1 innoveert voortdurend, tijdens de race, tussen twee races in, maar ook buiten het seizoen. Dat geldt zeker ook voor het Red Bull-team. In de fabriek in Milton Keynes staat niet voor niets geschreven: if it works, let’s see how we can make it better in plaats van het vaak gebruikte: if it ain’t broke, don’t fix it. Bij ambitieuze bedrijven werkt het net zo. Softwareproducenten bijvoorbeeld testen nieuwe functionaliteiten bij klanten online. Zo kun je precies zien wat er gebeurt als je een bepaalde kleur verandert of een bepaald veldje verplaatst.’
De zegetocht van data-analyses
In de Formule 1 neemt het gebruik van data en data-analyses een hoge vlucht. Alleen al op de wagen zitten meer dan 1.500 sensoren. Van de slijtage van de banden en de verrichtingen bij de andere teams tot meteorologische en andere omgevingsdata: alles wordt gemeten en geanalyseerd. Gaat het regenen? Zo ja, hoe lang? Hoeveel? Moet de auto over op regenbanden? Gegevens die de strategie kunnen beïnvloeden. Bedrijven monitoren eveneens scherp wat er in hun omgeving gebeurt. Dat kan van alles zijn: van signalen die wijzen op een mogelijke crisis, een fusie tot een reorganisatie bij een concurrent.’
‘Zo’n verandering vergt een zekere mate van agility, wendbaarheid, en leidt dikwijls tot een aanpassing van de strategie, weet Van der Meijden: ‘Het personeel, maar ook klanten en leveranciers worden onzeker. Een uitgelezen moment om nog maar eens even een headhunter op die concurrent te zetten zodat je de juiste mensen naar binnen kunt trekken. Blijven ze hun producten wel ondersteunen, vragen klanten zich af. Met extra marketinginspanningen kun je daarop inspelen.’