
Organisaties zitten bovenop een overvloed aan informatiestromen. De kunst is om de stromen te benutten. Big data is er allang. De vraag is natuurlijk hoe je met die overvloed aan informatie omgaat.’
Het bedrijfsleven produceert voortdurend grote hoeveelheden data en dat wordt alleen maar meer. Er wordt zelfs gesproken van digitale goudmijnen. Ton Engbersen, bijzonder hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, schrijft het toe het aan de bakken beschikbare data. ‘Simpelweg omdat we steeds meer apparaten op internet aansluiten en data laten produceren en met elkaar laten uitwisselen. En omdat we bijvoorbeeld in het verkeer en in de medische sector overal sensoren op kunnen plakken die een continue stroom van gegevens produceren. Big data is er allang. De vraag is natuurlijk hoe je met die overvloed aan informatie omgaat.’
Zie ook: ‘Big data is niet iets wat je ‘even’ doet’
De omgang met de grote hoeveelheden data is een cruciale stap. De praktische toepassing is volgens Engbersen, gespecialiseerd in kunstmatige intelligentie en cognitive computing, nog een flinke opgave.’Met de huidige technologie kom je niet ver. Je hebt cognitive computing nodig: intelligente systemen die gegevens kunnen analyseren, combineren, relevante suggesties doen en al doende leren en steeds beter worden. Big data is leuk, maar totaal oninteressant als je niet weet wat je ermee moet doen.’
Datagedreven toekomst
Met de technieken die nu ontwikkeld worden, kunnen computers ook semantisch zoeken, net als mensen. Engbersen: ‘Computers zijn straks superzuinig en net zo intelligent als mensen, ze kunnen alleen veel meer informatie tegelijkertijd bekijken en verwerken. En dan wordt het echt interessant. De datagedreven toekomst straalt ons tegemoet, cognitive computing gaat ons denkvermogen vergroten. Maar we zijn er nog niet. Juist in een overzichtelijk land als Nederland, waar kenniscentra, infrastructuur en leefbaarheid van hoog niveau zijn, zijn grote voordelen te behalen.’
Holle frasen
Schreeuwen aan de zijlijn heeft volgens Engbersen weinig nut. ‘Als we Nederland nog in de cognitieve kopgroep weten te plaatsen, komt dat ons in de volle breedte ten goede, zowel economisch, maatschappelijk als wetenschappelijk. Maar wie gaat de kar op nationaal niveau trekken? Wie investeert in fundamenteel onderzoek om de benodigde technieken te ontwikkelen? Lees de verkiezingsprogramma’s er maar op na – holle frasen te over, maar concrete actiepunten zal je niet vinden. En dat terwijl afwachten echt geen optie meer is.’