
De groei van het aantal populistische regeringen gaat de toekomst van de wereldwijde infrastructuur ingrijpend veranderen. Nu technologische vernieuwing en onzekerheid wereldwijd de boventoon voeren en het populisme groeit, neemt de roep om meer transparantie over de waarde die wordt toegevoegd voor de burger toe en groeit ook de behoefte aan totaal andere investeringsmodellen.
‘De politieke agenda’s en de maatschappelijke verwachtingen zijn door deze ontwikkelingen duidelijk aan het veranderen’, zegt Luc van Rooijen van KPMG Corporate Finance. ‘Veranderingen die van grote invloed zijn op de manier waarop overheden, bedrijven en gebruikers omgaan met en investeren in de infrastructuur.
Zie ook: Dreiging van populisme beïnvloedt beleidsmakers in Europa
Steeds meer overheden zullen op zoek gaan naar mogelijkheden om de huidige infrastructuur beter te benutten. Dat betekent dat zij energie, transport en technologie verder zullen willen integreren en beter op elkaar willen afstemmen.
Neem alleen al de voorzichtige afweging die overheden moeten maken tussen enerzijds het terugbrengen van de CO2-uitstoot in het transport en anderzijds het opwekken van veel meer duurzame energie. Het negeren van de duidelijke relatie die er bestaat tussen energie, transport en technologie zal dan ook uiteindelijk resulteren in verkeerde investeringsbeslissingen.’
Gedrag burger beter doorgronden
Voor een efficiënt gebruik van de infrastructuur is het van essentieel belang dat overheden het gedrag van burgers beter leren doorgronden. Van Rooijen: ‘De afgelopen vijftig jaar was de overheersende opvatting dat de groei van het aantal inwoners automatisch meer wegen vereiste, meer capaciteit om energie op te wekken en meer mogelijkheden om zich te verplaatsen. Voor die tijd op zich begrijpelijke, macro-economische oplossingen.
Maar de afgelopen jaren zijn zowel de technologie als het consumentengedrag ingrijpend veranderd. Burgers zijn bezig om heel anders om te gaan met de infrastructuur en planologen hebben moeite om deze veranderingen bij te houden.
Millennials bijvoorbeeld hebben veel minder behoefte om een auto te bezitten. Zij delen het gebruik liever en maken gebruik van real-time verkeers- en navigatie apps om hun route uit te stippelen. En het milieu speelt bij hun overwegingen net zo’n belangrijke rol als de kosten en het gemak.’
‘Bottom-up’ benadering
Van Rooijen verwacht dat overheden de komende tijd de ‘bottom-up’ benadering zullen kiezen als het gaat om de planning en ontwikkeling van infrastructuur. Van Rooijen: ‘Bij het vormgeven van de agenda zullen zij in toenemende mate rekening houden met de veranderende gewoonten van zowel de huidige gebruikers van de infrastructuur als toekomstige generaties.
Een aantal gemeenten zal deze veranderingen gebruiken om een oplossing te vinden voor grote infrastructurele uitdagingen. Het stimuleren van het gebruik van de fiets door millennials bijvoorbeeld helpt hen tegemoet te komen aan de behoefte om zowel de kosten als de CO2-uitstoot van het transport terug te brengen.’
Meer aandacht voor ‘true value’
De komende jaren zullen zowel private als publieke investeerders in infrastructuur volgens Van Rooijen steeds meer aandacht krijgen voor het maatschappelijke rendement van hun investeringen. Van Rooijen: ‘Zij zullen worden gedwongen om de werkelijke maatschappelijke waarde, de True Value, te meten en te communiceren. Dit zal in een aantal gevallen tot moeilijke keuzes leiden.
Planningsmanagers van grote infrastructurele projecten worden zich steeds bewuster van de ecologische voetafdruk, de belasting die het project veroorzaakt voor mens en milieu. Het gevolg hiervan zal zijn dat de belangstelling voor en de concurrentie tussen projecten die blijk geven van grote sociale en maatschappelijke voordelen zal toenemen.’