
Wekelijks stelt Executive Finance in ‘Wat zegt u nu?’ een reeks vragen. Deze week is het de beurt aan Theo Bosma, researcher aan De Haagse Hogeschool. ‘We moeten vakdocenten intensiever bij het bedrijfsleven betrekken.’
1. Wat is uw functie en hoe zou u uw functie omschrijven aan een kind van 5 jaar?
Ik ben hogeschooldocent en onderzoeker bij De Haagse Hogeschool bij de opleiding Bedrijfseconomie en actief bezig met onderzoek en lesgeven aan de studenten die in de toekomst een belangrijke plaats zullen innemen in het mondiale bedrijfsleven.
2. Wat is uw huidige gemoedstoestand?
Ik ben druk bezig met andere docenten om het curriculum van de opleiding Bedrijfseconomie voor de komende jaren samen te stellen. De economie en de maatschappij is zo snel aan het veranderen, als Haagse Hogeschool mogen we niet achterblijven. Sterker, we moeten het voortouw nemen en samen met het beroepenveld de inhoud van de vakken van de Financial en Business Controller ontwikkelen. Het is uiteraard van cruciaal belang dat wij gezamenlijk goed op ons netvlies hebben staan hoe je in de nabije toekomst invulling geeft aan deze beroepen en welke veranderingen plaats zullen vinden qua inhoud en professionele vaardigheden. Dus veel uitwisseling van kennis, opbouwen van nieuwe netwerken, nadenken over de nieuwe vorm van onderwijs etc. Het betekent vaak moe naar huis gaan maar met een gevoel van voldoening dat we weer een paar stappen in de goede richting hebben gemaakt.
3. Wat staat er in 2017 op de planning?
Wij zijn bij De Haagse Hogeschool nu bezig om onze visie (Wereldburgerschap, Internationalisering, Netwerkhogeschool en Kwaliteit) te implementeren. Dat kost veel tijd en energie omdat we het met z’n allen goed willen doen. Ik stop zelf veel energie in de ontwikkeling van het netcurriculum (inhoud) maar houd mij ook bezig met onderzoek. Ik zit in het lectoraat Duurzame Talentontwikkeling waar ik onderzoek doe naar de ‘gelukkige docent’. Voor dit onderzoek geef ik workshops aan bedrijven die ‘gelukkige werknemers’ willen. Deze workshops worden vaak in combinatie gegeven met bedrijven waar ‘werkgeluk’ hoog in het vaandel staat.
In het kader van de professionalisering van de docent zijn wij ook op zoek naar bedrijven die samen met onze onderzoeksdocenten strategisch onderzoek willen doen. Deze onderzoekssamenwerkingen met het bedrijfsleven zijn vitaal voor onze opleiding omdat deze bedrijven uiteindelijk onze ‘klanten’ zijn. Ik ben door een universiteit in Mexico uitgekozen om daar een week les te geven in het kader van hun ‘internationale week’. Het stemt me trots dat dat deze universiteit ons als partner heeft uitgekozen. Ik ga daar ook netwerken, om onze docenten en studenten ook de kans te geven met hun faculteit en studenten samen te werken of te studeren. Internationalisering in optima forma.
4. Wat is de grootste uitdaging voor uw organisatie?
Het onderwijs is als elke andere onderneming afhankelijk van het aantal en de kwaliteit van klanten. Bij ons zijn het aantal studenten van goede kwaliteit belangrijk om op een gezonde manier te groeien en de concurrentie het hoofd te bieden. We denken dan ook na over ons onderscheidend vermogen. Eigenlijk zouden wij onderwijs, onderzoek en samenwerkingen met het bedrijfsleven op een zodanige manier moeten aanbieden, dat studenten graag een uurtje langer in de trein zitten om naar Den Haag te reizen. Het is onze uitdaging om vooruitstrevender, innovatiever, creatiever te zijn in waar wij voor staan en kunnen aanbieden. Daarbij is het voor ons ook van belang om onze studenten de kans en de ruimte te geven waarin zij zichzelf als wereldburgers kunnen ontwikkelen zodat wij optimaal in een diverse maatschappij die we vandaag de dag kennen kunnen functioneren en gelukkig kunnen zijn.
5. Wat is de grootste uitdaging in uw vakgebied?
Eén van de grootste uitdagingen is volgens mij hoe wij onze vakdocenten intensiever bij het bedrijfsleven kunnen betrekken. Deze ‘praktische’ ervaring heeft een enorme toegevoegde waarde op de manier waarop wordt lesgegeven en hoe de studenten van deze ervaring zo veel mogelijk kunnen leren. Dit maakt De Haagse Hogeschool ook anders dan de traditionele universiteiten die meer gericht zijn op hoorcolleges en onderzoek. Onze toegevoegde waarde voor de studenten is juist deze integratie met het bedrijfsleven. De docent moet ook meer naar de bedrijven toe om zich ‘bij te spijkeren’ en ook om samen met deze bedrijven te bepalen wat onze studenten nu eigenlijk moeten kennen en kunnen wanneer zij afstuderen. Daarom wil ik voorstellen dat de docent enkele dagen per maand bij een bedrijf zit om samen praktisch onderzoek te doen waarbij het bedrijf als het ware de ‘sponsor’ wordt van één of meerdere modules. Ook zijn we nu aan het analyseren hoe wij onze alumni kunnen inzetten om dit doel te bereiken.
6. Wat is uw laatste juichmoment op uw werk geweest?
Dat we goedkeuring kregen om een businesscase te schrijven voor het ICT-leerplatform binnen onze Business, Finance & Marketing faculteit. Dat is het leerplatform waarmee studenten heel interactief ervaring kunnen opdoen met de software systemen die we vandaag de dag gebruiken in het bedrijfsleven. Dit is een juichmoment voor mij omdat ik een lange en brede ICT-achtergrond heb en als geen ander weet dat de technologische ontwikkelingen duidelijk richting geven aan de economie van de toekomst. Studenten leren over de traditionele ERP and financiële systemen maar ook over onder meer big data, internet of things, en disruptive technologies. Op deze innovatieve en ‘hands-on’ manier willen wij onze studenten voorbereiden op deze ‘economie van de toekomst’.
7. Wat maakt u boos?
Ik heb 32 jaar in het bedrijfsleven gezeten, waarbij ik vooral de laatste decennia als executive samen met andere MT-leden snel beslissingen kon nemen. Dat gaat in het onderwijs af en toe wat langzamer omdat het qua structuur toch een andere organisatie is. Ik ben een typische ‘driver’ en wil gelijk de mouwen opstropen en aan de gang gaan. Helaas gaat het in het onderwijs wat langzamer en moeten vaak meerdere mensen worden geraadpleegd waardoor soms wel eens vertraging kan optreden.
8. Met welke vakgenoot zou u wel eens een week willen ruilen?
Een weekje op de hei met een aantal vooraanstaande bedrijfseconomen en bestuurders lijkt me wel wat. Om gezamenlijk na te denken over de plaats die Nederland in moet nemen in de wereldeconomie. Het zou best interessant kunnen zijn om over thema’s te praten die wellicht snel op ons af kunnen komen zoals Nexit en eventuele veranderingen in handelsverdragen met onder meer de VS. Maar ook thema’s zoals de circulaire economie en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn bijzonder interessante onderwerpen.
9. Van wie heeft u het meest geleerd?
Van veel mensen. Ik vind ‘lifelong learning’ belangrijk en probeer elke dag wijzer te worden. Ik heb lange tijd in Amerika gewoond en heb cursussen mogen bijwonen van bijvoorbeeld Dave Thomas van Wendy’s, entrepreneur Robert Hisrich, Dr. Edwards Deming van TQM, Stephen Covey met de 7 habits. Het is dan ook niet voor niets dan mijn passie om met mensen te werken en om kwaliteit af te leveren op nummer 1 en 2 staan. Van andere mensen heb ik veel over het leven geleerd. Ik studeer zelf aikido en chi neng chi gong en houd van de Oosterse filosofie. Ik probeer aspecten van deze filosofie dagelijks toe te passen als persoon en professional.
10. Kijkt u uit naar de verkiezingen in 2017?
Ik ben sinds kort weer in Nederland en moet mij wel weer inleven in wat er rondgaat in de Nederlandse politiek. Het is wel duidelijk dat de wereldpolitiek aan het veranderen is. Misschien gebeurt dat ook in Nederland. Ik hoor wel veel stemmen dat er ‘iets moet gebeuren’ en dat mensen toe zijn aan een ‘nieuwe insteek’ en vinden dat de traditionele politiek nu eens moet plaatsmaken. Dus ik kijk zeker uit naar de verkiezingen en vooral wat dan de invloeden zijn op de Nederlandse (en wellicht buitenlandse) economie en onderwijs.
11. Hoe ontspant u zich?
Ik ga elke dag een uurtje naar de gym om te runnen en te fietsen. Dan luister ik ook naar muziek en probeer nergens aan te denken. Ik heb 3 kleine kindertjes en probeer zo veel mogelijk tijd aan hen te besteden. Verder zie ik graag een film en lees op zijn minst één boek per week. Ik ben daarnaast een enthousiaste hobbykok en kan in de keuken en later aan tafel heel goed relaxen met lekker eten en een goed glas wijn.
Vorige week was Martijn Wassink (Greyt) aan het woord. Wilt u ook meedoen? Stuur een e-mail naar de redactie.