Renate de Lange (PwC) roept DGA’s met een pensioen in eigen beheer op om zo snel mogelijk aan de slag om een keuze te maken. De wetsvoorstellen Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en Wijziging Wet uitfasering pensioen in eigen beheer zijn namelijk aangenomen.
Nu de wetsvoorstellen zijn aangenomen, moet de directeur-grootaandeelhouder (DGA) met een pensioen in eigen beheer (PEB) volgens PwC-specialist Renate de Lange kiezen wat er met de reeds opgebouwde voorziening gaat gebeuren. ‘Van 2017 tot en met 2019 krijgt u drie keuzemogelijkheden voor de afwikkeling van een opgebouwde pensioenvoorziening in eigen beheer. U kunt het PEB bevriezen en handhaven, afstempelen en afkopen en het PEB afstempelen en omzetten in een oudedagsverplichting. DGA met pensioen in eigen beheer moet nu in actie komen.’ Indien de DGA nog PEB opbouwt, moet de opbouw in ieder geval vóór 1 juli 2017 gestopt worden.
Zie ook: Prinsjesdag 2016: lagere vennootschapsbelasting, eenvoudigere pensioenregeling DGA
Het oorspronkelijke wetsvoorstel Wet uitfasering PEB leek een heffingslek te hebben en werd vlak voor de stemming in de Eerste Kamer aangehouden. Uiteindelijk bleek dat de uitsluiting voor aftrek van (toekomstige) indexatielasten te grof is en dat is in het wijzigingswetsvoorstel gecorrigeerd. Staatssecretaris Eric Wiebes (Financiën) had signalen ontvangen dat het wetsvoortstel voor uitfasering pensioen in eigen beheer (PEB) een lek zou bevatten. ’Het heffingslek in het wetsvoorstel bestaat niet,’ zei PwC-partner Alfred Lagendijk destijds.
Zakelijke premie
De Lange: ‘De grofheid van deze aftrekuitsluiting van (toekomstige) indexatielasten doet zich voor als de pensioenverplichting is ondergebracht bij een andere vennootschap dan waar de pensioengerechtigde in dienst is. Dat is zogeheten extern opgebouwd PEB. Bij extern PEB wordt een zakelijke premie inclusief (toekomstige) indexatielasten betaald aan die andere vennootschap (de pensioenuitvoerder). Deze indexatielasten kunnen fiscaal bezien pas in aftrek worden gebracht op het moment dat ze zich voordoen (ter correctie van inflatie) en worden daarom geactiveerd. Omdat de premie reeds is voldaan aan de pensioenuitvoerder, zou het onterecht zijn als die geactiveerde kosten niet mogen worden afgetrokken. Dat wordt alsnog mogelijk gemaakt.’ De wijzigingen ter zake van PEB treden met ingang van 1 april 2017 in werking.
Laatste ontwikkelingen en toezeggingen bij wijzigingswetsvoorstel
1. Staatssecretaris Wiebes heeft op verzoek van de Tweede Kamer voor de extern PEB-situatie een concept-besluit gepubliceerd met de voorwaarden waaronder de indexatielasten ten laste van de winst mogen worden gebracht door de pensioenuitvoerder (de vennootschap waar de pensioenverplichting is ondergebracht zonder dat de pensioengerechtigde daar in dienst is/was).
2. De staatssecretaris heeft toegezegd dat hij in overleg treedt met België over de fiscale behandeling van de uitfasering PEB (afkoop en omzetting). Het gaat daarbij met name om de situatie waarbij de dga in België woont en zijn bv waar hij het PEB heeft opgebouwd in Nederland is gevestigd.
3. De coulanceperiode (van 3 maanden) voor uitvoering het stopzetten van de pensioenopbouw schuift op. Deze loopt nu van 1 april 2017 tot en met 30 juni 2017.
Onderzoek ABN AMRO
Uit onderzoek van ABN AMRO MeesPierson onder ruim 400 dga’s blijkt dat een kwart van hen die momenteel pensioen in hun BV opbouwt, daarover nog een besluit moet nemen. DGA’s die al wel een keuze maakten over wat zij doen met hun in eigen beheer opgebouwde pensioen, kozen onder andere voor afkopen (24 procent), omzetten naar oudedagsverplichting (15 procent), overhevelen naar een verzekeraar (14 procent), omzetten naar een lijfrente (12 procent) of premievrij voortzetten (10 procent).
Hoogste korting in 2017
Masha Bril, pensioenexpert ABN AMRO MeesPierson: ‘Het is belangrijk dat directeur-grootaandeelhouders met pensioen in eigen beheer vóór 1 juli zorgen dat zij geen pensioen meer in hun BV opbouwen. Als ze daar niet voor zorgen, dan moeten ze ongeveer 1,8 keer de waarde van de pensioenvoorziening op hun balans aan de Belastingdienst betalen. Vervolgens is het verstandig om uiterlijk 31 december 2017 te beslissen wat te doen met het reeds bestaande pensioen. Als de DGA voor afkopen kiest, dan is het vaak verstandig dat dit jaar te doen. In dat geval ontvangt hij of zij de hoogste korting van de Belastingdienst. Wat de DGA uiteindelijk ook doet met het reeds opgebouwde pensioen in eigen beheer, het is noodzakelijk om daarbij exact de wettelijke procedures te volgen. Zo voorkomen ze financiële geschillen met de Belastingdienst, (ex-)partner en/of mede-aandeelhouder.’
Weinig enthousiast ontvangen
Pensioen in eigen beheer is populair. De helft van de DGA’s bouwt op deze manier (een deel van) het pensioen op. Voor één op de vijf directeur-grootaandeelhouders is het zelfs de belangrijkste manier van pensioenopbouw. De Wet uitfasering pensioen in eigen beheer maakt dat vanaf 1 juli 2017 deze vorm van pensioenopbouw niet meer mogelijk is. Deze wetswijziging is bij veel DGA’s met weinig enthousiasme ontvangen. Vrijwel de helft van hen vindt afschaffing een slecht idee. Bijna één op de vijf vindt het daarentegen een goed idee. De overige respondenten maakt het niet uit.
Dga maakt zich zorgen
Een ruime meerderheid van de directeur-grootaandeelhouders maakt zich zorgen over hun pensioen (64 procent). Vooral de hoogte van het pensioen en de vraag of nabestaanden na overlijden van de DGA onbezorgd verder kunnen leven, zijn onderwerp van zorg. ‘Jarenlang hebben vele zich niet echt beziggehouden met hun pensioen’, analyseert Bril. ‘Door de wetswijzing worden ze plots met het onderwerp geconfronteerd en gaan ze denken: ‘Heb ik het eigenlijk goed geregeld?’ Door zich uitgebreid te laten informeren over hun pensioensituatie, kunnen een hoop zorgen worden weggenomen.’
