
Nederlandse beursgenoteerde bedrijven moeten bij een vijandig overnamebod minimaal een jaar de tijd krijgen om zich te beraden. Topbestuurder Jan Hommen wil dat organisaties op die manier alle opties kunnen afwegen.
Dat zegt Jan Hommen in een interview met het Financieele Dagblad. Mocht die bedenktijd onvoldoende zijn kan een bedrijf verzoeken om die periode nog eens eenmalig te verlengen met 180 dagen. Volgens Hommen moet dat recht op bedenktijd worden opgenomen in de code voor goed bestuur (corporate governance code).
Zie ook: ‘Meer duidelijkheid rol overheid bij overname nutsbedrijf’
Een onafhankelijke autoriteit als de AFM moet toezicht houden dat deze tijd ook goed wordt benut, stelt Hommen die onder meer topman is geweest van ING.
De bedenktijd moet voorkomen dat een bedrijf wordt ‘overgeleverd aan de willekeur van het moment’, want tijdens overnamesituaties ‘is tijdsdruk en hijgerigheid van de markt het laatste wat een onderneming nodig heeft’.
Naïviteit
Ministers Jeroen Dijsselbloem (Financiën) en Henk Kamp (Economische Zaken) spraken eerder hun frustraties uit over mogelijke overnames. Dijsselbloem vindt dat ‘Nederland de naïviteit van zich moet afschudden’.
Twitterbankier Peter Verhaar heeft een kortere termijn in gedachten.
@annettevansoest @lexhoogduin @BNR ik kan mij 3 maanden indenken om stakeholders netjes te consulteren
— peterverhaar (@peterverhaar) 28 maart 2017
Toename overnames
De uitlatingen van voormalig ING-bestuursvoorzitter Jan Hommen komen op een opmerkelijk moment. Het aantal fusies en overnames op de Nederlandse markt is vorig jaar aanzienlijk toegenomen vergeleken met 2015. Vorig jaar werden 647 transacties gedaan, een stijging van 11,9 procent ten opzichte van 2015.