
De semipublieke sector heeft een voorbeeldrol volgens Stefan Peij. In tegenstelling tot overige sectoren ontwikkelen semipublieke toezichthouders zich stevig door.
Stefan Peij, directeur Governance University en partner EY Board & Governance Services, zegt in zijn column op Governance Update dat commissarissen in de semipublieke sector voorlopen op andere sectoren. ‘De semipublieke sectoren ontwikkelden hun codes door op het terrein van board-effectiviteit. Terwijl bij de beursgenoteerde bedrijven, zowel in de code als de dagelijkse praktijk, weinig vooruitgang te bespeuren was. Om van familiebedrijven en mkb maar te zwijgen.’
Zie ook: ‘Toezichthouders zullen falen zonder idealisme’
Peij noemt het ‘een klein wonder’ dat de Commissie Van Manen ‘zonder al te veel expliciete weerstand’ nieuwe elementen geeft weten toe te voegen aan de code voor beursgenoteerde bedrijven. ‘De semipublieke toezichthouders ontwikkelden zich dus intussen stevig door. Voor hen is het al jaren normaal opleidingen te volgen en zelfs punten voor permanente educatie te behalen. En open wervingsprocedures te volgen. En zich uitgebreider dan voorheen in het jaarverslag te verantwoorden. En zich te laten toetsen op geschiktheid. Er zijn veel meer goed bezochte state of the art-bijeenkomsten voor semipublieke toezichthouders dan voor leden van raden van commissarissen in de commerciële sectoren. Zo kan ik nog veel voorbeelden noemen.’
De semipublieke sectoren maakten volgens de EY-partner veel sneller werk van de Code. ‘Waar de beursgenoteerde bedrijven de zelfevaluatie schoorvoetend oppakten als een verplicht nummer, gingen de semipublieke toezichthouders er grondig, gestructureerd en intrinsiek gemotiveerd mee aan de slag. Inmiddels is het in alle sectoren normaal aan deze vorm van zelfreflectie te doen en is ook duidelijk dat dat bijdraagt aan de effectiviteit van board dynamics en dat het gedragsrisico’s beperkt.’
‘Falend toezicht’
Rienk Goodijk, bijzonder hoogleraar Governance in de (semi-)publieke sector aan de VU, sprak eerder nog van ‘falend toezicht’ in semipublieke organisaties. ‘Het bleek in de meeste gevallen eerder te gaan om een combinatie van diverse ‘harde’ en ‘zachte’ factoren dan om het falend of verwijtbaar gedrag van één persoon of één orgaan. Een nuancering van wat er mis ging, is derhalve op z’n plaats.’